6 io uitkering
1956 sekretaris,
ontvanger en
ambt. van de
burgerl.stand.
wethoudersdat er alle aanleiding is om de salarisverbete
ring voor het gemeentepersoneel eveneens,overeenkomstig
vorengenoemde adviezen,per 1 juli 1956 te laten ingaan.
De financiële gevolgen van de salarisverbetering zijn
globaal te stellen op 3000.-,waarvoor voldoende dekkings
middelen aanwezig zijn.
Voorgesteld wordt tot toekenning van een uitkering
ineens ingaande 1 juli 1956,te besluiten.
Nadat de vraag van de heer Nuijten of deze verhoging
ook zal gelden voor de gemeente-arbeiders door de voor
zitter bevestigend is beantwoordwordt met eenparige
stemmen besloten als voorgesteld en het aangeboden ontwerp
besluit vastgesteld.
Burgemeester en wethouders delen mede,dat zij dezer
dagen van Gedeputeerde Staten een circulaire hebben ont
vangen,betreffende de voorgenomen toekenning van een ge
lijke uitkering ad 6 "fo aan de sekretarisde ontvanger en
de ambtenaren van de burgerlijke stand,echter voor het tijd
vak 1 september t/m 31 december 1956.Gedeputeerde Staten
verzoeken daarbij de Raad terzake te horen.
Naar de mening van burgemeester en wethouders is geen
enkel motief aan te voeren om genoemde functionarissen een
geringere uitkering toe te kennen dan het overige gemeente-
personeel. Overigens gelden dezelfde motieven,om de uit
kering op 1 juli 1956 te laten ingaan,uiteraard ook voor
deze ambtenaren.Bovendien handelen ook de Gedeputeerde
Staten der verschillende provincies niet alle overeen
komstig de rijksregeling.
Voorgesteld wordt een en ander ter kennis te brengen
van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabantonder mededeling
dat de uitkering behoort te gelden voor het tijdvak 1 juli
t/m 31 december 1956,conform welk voorstel unaniem wordt
besloten.
Wijziging
gemeente
begroting
1956.
(woningbouw.
In de vergadering van 11 mei 1956 werd besloten tot
het doen bouwen van 8 woningwetwoningen,in de exploitatie
kosten een rijksbijdrage aan te vragen en te aanvaarden,als
mede aan te vragen en te aanvaarden een krotopruimingsbij-
drage voor deze woningen,welke gebouwd zullen worden ter
vervanging van krotten.
By brief van 4 september 1956 deelde de minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting mede,dat zijnerzijds wegens
stichtingskosten in aanmerking worden genomen 10033.-
(grondkosten) en 108160.- (bouwkosten)beide inclusief
renteverlies.
Gedeputeerde Staten verzochten bij brief van 26 sep
tember 1956 toezending van een besluit tot wijziging der
gemeente begroting, waarbij de bouwkosten worden geraamd en
waarby,voor de grondkosten,een bijdrage wordt verleend aan