De kledingstukken blijven op de school tot na de jaarlijkse ten
toonstelling, waarna de kinderen deze mee naar huis krijgen.
Per jaar wordt aan deze school voor ongeveer 300,- handwerk
materiaal verbruikt.
Notulen der openbare vergadering van de Raad,gehouden
op Vrijdag 6 Augustus 1954,des n.m. te 7£ uur.
Opening
Voorzitter:A.J.de Krom;
Secretaris:A.J.C.H.Vergouwen;
Aanwezig: Alle leden,met uitzondering van de heren van
Hooijdonk - met kennisgeving - en Verdonk.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed.
Het lot, door de Voorzitter get rokken, wijst de heer van
Oekelen- aan om bij voorkomende stemmingen het eerst te
stemmen.
Naar aanleiding van de vraag,welke in de raadsvergadering
van 11 Juni 1954 door de heer Bartels werd gesteld omtrent de
uit te keren vergoeding ex art.101 der L.O.Wet 1920 aan de
besturen der R.K.Bijz. Schol en, wordt door de Voorzitter, die
daarnaar een onderzoek heeft ingesteld,een toelichting ge
geven, waarmede wordt accoord gegaan.
Vaststelling
notulen.
De notulen der vergadering van 11 Juni 1954 wordenzonder
hoofdelijke stemming,ongewijzigd vastgesteld.
Ingekomen
stukken
De ingekomen stukken,zijnde vier controle-rapporten van
het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen
der Vereniging van Nederlandse Gemeenten van kas en boeken
bij de gemeente-ontvanger enz. over het 2e kwartaal 1954,een
subsidie-aanvrage van de Stichting "Het Noordbrabantsch
Landschap" en van de Bond tegen het schenden door het vloeken
van God's Heiligen Naam,vermeld onder punt 3 der agenda voor
deze vergadering,worden,overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders,voor kennisgeving aangenomen.
Aanvrage
ex art.72 der
L.O.Wet 1920.
Aangeboden wordt een aanvrage van het bestuur der R.K.
Bijz.Jongensschool om,ingevolge artikel 72 der L.O.Wet 1920,
gelden beschikbaar te stellen voor aanschaffing van:
a. een leergang voor bijbelse geschiedenis;
b. een methode voor het z.g. stillezen en
c. drie vulhaarden.
In totaal zal met de aanschaffing daarvan een bedrag ge
moeid zijn van 1766.24.
Advies omtrent deze aanvrage werd gevraagd aan de Inspec
teur van het L.O. in de Inspectie Breda,die berichtte zich
met de aanvrage van bovenvermelde voorzieningen te kunnen
verenigen.
Aangezien geen weigeringsgronden als bedoeld in artikel
75 der L.O.Wet 1920 aanwezig zijn,stellen burgemeester en
wethouders voor de gevraagde medewerking te verlenen,waartoe
met eenparige stemmen wordt besloten.
esverordeningK'B' 8 243, werden de rijks-