lezen als volgt:
"De beloning is bij 25- of 40-jarige diensttijd in over
heidsdienst een gratificatie gelijk aan een bedrag, overeen
komende met het salaris onderscheidenlijk van -g- en 1 maand."
De Ambtenarenorganisaties hebben blijk gegeven in te
stemmen met beide door burgemeester en wethouders voorge
stelde wijzigingen,welke met eenparige stemmen,zonder hoofde
lijke stemming,worden vastgesteld.
Kindertoelage- Met ingang van 1 Januari j.l. is de kinderbijslag inge-
verordemng. n 00
volge de Kinderbijslagwet verhoogd met 5
De Regering heeft tegelijkertijd te kennen gegeven om de
kindertoelage voor het burgerlijk overheidspersoneel op de
zelfde wijze te verhogen.
Bij K.B. van 20 Februari 1954 heeft de Regering uitvoering
gegeven aan haar voornemen.Bij circulaire van 3 Maart j.l.
dringt de Minister van Binnenlandse Zaken er op aan,dat de
gemeenten soortgelijke maatregelen zullen treffen.
Burgemeester en wethouders zouden aan dat verzoek gaarne
gevolg geven,doch hebben ernstige bezwaren ten aanzien van
bepaalde aspecten der regeling,welke neerkomen op de na
volgende punten:
lo. De kindertoelage,zoals deze voor het rijkspersoneel is
vastgesteld,is voor het vierde en elk volgend kind lager dan
de kinderbijslag voor dezelfde kinderen ingevolge de Kinder
bijslagwet .Dit wordt niet aanvaardbaar geacht voor het
gemeente-personeel,omdat geen termen aanwezig zijn om aan de
gemeenteambtenaren minder kindertoelage toe te kennen dan
aan werknemers,die werkzaam zijn in het vrije bedrijf.
2o. T.a.v. de kindertoeslag wordt opgemerktdat de rijks
regeling minder gunstig is dan die volgens de ontwerp
verordening voor wat het vierde en elk volgend kind betreft,
in verband waarmede wordt voorgesteld de ministri'êle richt
lijnen op dit punt niet te volgen.
3o. De rijksregeling kent thans de kwartaalsgewijze regeling
der aanspraken op kindertoelage,zoals deze ook in de Kinder
bijslagwet is neergelegd,hetgeen,naar de mening van burge
meester en wethouders,geen vereenvoudiging van de administra
tie kan betekenen.
4oDe rijksregeling verlaagt de leef tijd, waarop in het
algemeen de kindertoelage eindigt,van 18 tot 16 jaar.
In deze regeling wordt een beduidende achteruitgang van
aanspraken voor het gemeente-personeel gezien.Volgens de be
staande regeling immers heeft de ambtenaar thans vanaf de
maand, waarin zijn kind geboren wordt, tot dat het 18 jaar is
geworden,recht op kindertoelage.Dit recht wordt door de rijks
regeling ingekort tot 16 jaar,hetgeen in strijd is met de
algemeen aanvaarde regel,dat aan eenmaal verkregen rechten
niet mag worden getornd.