I
I,
IHI;
i
Notulen der openbare vergadering van de Raad,gehouden
op Donderdag 11 Februari 1954,des n.m. te ?i uur.
Voorzitter: A.J.de Krom;
Secretaris: A.J.C.H.Vergouwen;
Aanwezig: Alle leden,met uitzondering van de heren
Nuijten en Bartels,beiden met kennisgeving.
Opening. pe Voorzitter opent de vergadering met gebed.
Hierna spreekt ZijnEd. de gebruikelijke nieuwjaarsrede uit,
waarvan een exemplaar aan deze notulen is gehecht.
Na deze nieuwjaarsrede van de Voorzitter zegt Wethouder
van Hooijdonk.dat ZijnEd. het wel heeft willen doen voorkomen
alsof zijn rede mosterd na de maaltijd was,doch dat zulks in
werkelijkheid niet zo is.Spreker noemt de rede van de Voor
zitter realistisch en anderzijds academisch.De rede, zo zegt
spreker,lykt wel op een millioenennota,doch de werken,welke
er in worden opgesomd,moet en, zo mogelijk, all en tot uitvoering
worden gebracht,waarvoor de medewerking van de Raad nood
zakelijk is.Hij meent dan ook de tolk van de Raad te zijn door
die medewerking volgaarne toe te zeggen,waarna hij de Voor
zitter nog dank brengt voor het door hem in het afgelopen
jaar tot stand gebrachte werk.
Het lot,door de Voorzitter getrokken,wijst de heer
Verdonk aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst te
stemmen.
Vaststelling
notulen.
De notulen der vergadering van 30 December 1953 worden,
zonder hoofdelijke stemming,ongewijzigd vastgesteld.
Vaststelling
vergoeding ex
art.101 der
L.0. Wet 1920
voor 1954.
Vóór 1 Maart a.s. dient de Raad de bedragen te bepalen
welke voor het jaar 1954 beschikbaar zullen worden gesteld
per leerling aan de alhier gevestigde scholen voor gewoon en
voortgezet gewoon lager onderwijs.
Volgens art.101,5e lid,der L.O.Wet 1920 wordt hierbij als
maatstaf genomen het bedrag,dat voldoende moet worden geacht
om in de redelijke behoeften der scholen te kunnen voorzien.
Bij besluit van 22 December 1952 werden de bedragen per
leerling voor het jaar 1953 vastgesteld op 30.- voor het
g.l.o. en 40.- voor het v.g.l.o.
Nu als gevolg van de 5 loonsverhoging weer verschillen
de prijsstijgingen zijn waar te nemen zullen de bedragen per
leerling eveneens moeten worden verhoogd.
Naar de mening van Burgemeester en Wethouders zal kunnen
worden volstaan met een bedrag van 32.50 voor het g.l.o.
en 42.50 voor het v.g.l.o.
Voorgesteld wordt dan ook deze bedragen beschikbaar te
stellen,waartoe een ontwerp-besluit ter vaststelling wordt
aangeboden.
Conform dit voorstel wordt besloten en het aangeboden