L
90
Slotuitkering
1947 gemeente
fonds. 27e
begrotings-
wyziging *51.
Benoeming
Commissie
Woonruimte-
wet 1947
voor 1952.
Voor Bruekers 1494.-
P.M.Embregts 71.-
M.M.B.Pieterse 292.-
i..P. J.Dresens 139.-
Totaal...../ 1996.-
Verwacht wordt dat van de Raad van Arbeid voor geplakte
rentezegels zal worden terugontvangen een bedrag van 271,
zodat ten laste der gemeente zal blyven 1724.10,welk be-
drag kan worden gedekt door verlaging van de post voor
"onvoorziene uitgaven"
Voorgesteld wordt de nodige begrotingswyziging 1951
(de 28e) daartoe vast te stellen.
Overeenkomstig dit voorstel wordt met eenparige stemmen
besloten.
Burgemeester en wethouders delen mede,dat de Minister van
Binnenlandse Zaken heeft laten weten,dat wegens slotuit
kering uit het gemeentefonds over 1947 alsnog een bedrag
van ruim ^0.000.- zal worden uitgekeerd.Dit bedrag mag
niet worden aangewend voor de dekking van de gewone uitgaven
doch moet strekken tot vermindering der kapitaalsbehoefte.
Overeenkomstig het verzoek van Gedeputeerde Staten worden
de in verband met het bovenstaande nodige posten by afzonder-
lyk besluit aan de begroting 1951 toegevoegd.
Voorgesteld wordt het aangeboden ontwerp-besluit te be
krachtigen, waartoe met eenparige stemmen wordt besloten.
Ingevolge artikel 8 der Woonruimtewet 1947 moet de
Commissie van Advies jaarlyks door de Raad worden benoemd,
zodat thans de samenstelling dier Commissie voor het jaar
1952 weer onder ogen moet worden gezien.
Deze samenstelling wordt thans als volgt voorgeste Ids
G.Jongeneelen, J.W.Huyten, P.J.van Oekelen, M.C.Wagemakers
en M.J.van Eekelen,terwyl de Maatschappelyk Werkster wederom
als adviserend lid aan de Commissie kan worden toegevoegd.
Het lid van Oekelen informaart naar de juiste werking der
Commissiewaarop de Voorzitter uitleg geeft.
Het lid van Oekelen deelt dan mede,dat hy een Commissie
voor verdeling der woningen zou willen zien ingesteld.Tot
heden adviseert daarby de Soc.Werkster,die zich daardoor
zeer onpopulair maakt.Spreker zou er voor zyn,dat de wo
ningen door burgemeester en wethouders werden verdeeld,ge
hoord een Advies-Commissie,waarop de Voorzitter antwoordt,
dat de noodzakelykheid van een dergelyke Commissie alhier
nog niet is gebleken.Voorts vraagt ZyhEd. of er misschien
klachten zijn en zegt verder, dat, wanne er die er soms zouden
ayn,die toch nog altyd by hem kunnen worden kenbaar gemaakt.
Hierna worden de heren Jongeneelen en Huyten aangewezen
als leden der Commissie van stemopneming.
Uitgebracht worden 10 stemmen,waarvan 9 op de voorgedrage-
