en 30.-.
Vaststelling
vergoeding
art. 10Ibis der
1.0 .Wet 1920
over 1951.
Vergoeding
art. 13 L.O
Wet 1920
P.O .Vriens
Vaststelling
nieuw alge
meen ambte
narenregle
ment.
Daar de schoolbesturen reeds een voorschot op deze ver
goeding ontvingen,behoeft slechts het verschil tussen de
vergoeding en het voorschot te worden verrekend.
Ingevolge dit ontwerp-besluit,dat zonder hoofdelyke
stemming wordt vastgesteld,zal alzo aan het bestuur der R.K.
Byz.Jongensschool moeten worden bybetaald 182.-,aan het
bestuur der R.K.Byz.Meisjesschool 221.35,terwyl van het
bestuur der R.K.Byz.School te Bosschenhoofd moet worden
teruggevorderd 7.34.
Door burgemeester en wethouders wordt aangeboden een aan
vrage van het bestuur der R.K .Byz.Meisjesschool,alhier,om
vergoeding ex art.301bis der L.O .Wet 1920,over het jaar 1951.
Ingevolge art. 30Ibis der L.O .Wet 1920 dient de gemeente
de beloning van aan byzondere scholen verbonden vakleer
krachten te vergoeden,tenzy de kosten zonder noodzaak zyn
gemaakt of hoger zyn dan noodzakelyk is.
Blykens door het schoolbestuur overgelegde betalings-
bewyzen werd over I95I aan de aan genoemde school verbonden
vakonderwyzeres uitbetaald een bedrag van 180.-.
Daarnaast maakt het schoolbestuur aanspraak op vergoeding
van de niet verhaalbare pensioensbydragen ten bedrage van
15.48.
Voorgesteld wordt de vergoeding vast te stellen op een
bedrag van 195.48,waartoe zonder hoofdelyke stemming wordt
besloten.
Overgelegd wordt een aanvraag van P.O.Vriens,wonende
Koningin Julianastraat 7»alhier,om tegemoetkoming in de
vervoerskosten in verband met het bezoek van zyn stiefzoon
C.van den Broek aan de Edward Poppeschool,te Breda (school
voor b.l.o
Een ingesteld onderzoek heeft uitgewezen,dat terzake van
de onderhavige aanvrage wordt voldaan aan de voorwaarden en
bepalingen,opgenomen in art.13 der L.O .Wet 1920,zodat be
trokkene voor een tegemoetkoming in aanmerking komt.
Op grond daarvan wordt voorgesteld een tegemoetkoming te
verlenen overeenkomstig de by raadsbesluit van 31 Mei I95I
vastgestelde verordening,regelende de tegemoetkoming in de
vervoerskosten van schoolgaande kinderen
Zonder hoofdelyke stemming wordt conform dit voorstel
besloten.
By besluit van 7 October 1948 is deze gemeente toege
treden tot de gemeenschappelyke regeling ter behandeling van
gemeentelyke personeelsaangelegenheden.Deze regeling beoogt
op het terrein dezer aangelegenheden enerzyds een doeltref
fende arbeidsbesparing en anderzyds een doelmatige vereniging
van constructieve krachten te bewerkstelligen.
Het plaatselyk ambtenarenreglement nu dateert van 1934