i
i!iI
Opening
Nieuwjaars
rede
Vaststelling
notulen.
Notulen der openbare vergadering van de Eaad,gehouden op
Vrydag 29 Februari 1952,des n.m. te uur.
Voorzitter: A.J.de Krom;
Secretaris: A J.C.H .Vergouwen;
Aanwezig: Alle leden,met uitzondering van de heer Bartels.
De Voorzitter opent de vergadering met gebed.
Het lot,door de Voorzitter getrokken,wyst de heer Verschuren1
aan om by voorkomende stemmingen het eerst te stemmen.
Hierna spreekt de Voorzitter een nieuwjaarsrede uit,welke
in haar geheel aan deze notulen is gehecht.
Op deze nieuwjaarsrede vraagt wethouder van Hooydonk het
woord,die zegt,dat de burgemeester lang heeft gesproken en
dat hy niet aan de indruk kan ontkomen,dat t een dissertatie
was.Beide wethouders fungeren hierby als paranimfen.De nieuw
jaarsrede is hen,en nu spreekt hy ook namens wethouder Brans,
uit 't hart gegrepen.Verschillende voor de gemeente aanwezige
problemen zyn zeer kundig bloot gelegd en deze meent spreker
dan ook in de aandacht der raadsleden te mogen aanbevelen.
Wethouder Brans zegt hierop het door zyn collega van
Hooydonk gesprokene voor 100 te kunnen onderschryven.
De notulen der vergaderingen van 5 November en 24 December
1951 worden zonder hoofdelyke stemming ongewyzigd vastge
steld.
I |1
Ingekomen
stukken.
Vaststelling
van het
bedrag per
leerling
voor 1952.
De ingekomen stukken,vermeld onder punt III der agenda voor
deze vergadering,waartoe o.a. behoren ontwerp-besluit tot
wyziging van het Bezoldigingsbesluit Wethouders 1949schryven
van het bestuur der E.K.V.V. "Hoeven"inzake aanleg van een
sportveld,contröle-rapporten van diverse kassen en boeken
over het 4de kwartaal 1951 ea een aanvraag om subsidie van de I
Bond tegen het schenden door het vloeken van Gods Heiligen
Naam,worden,overeenkomstig het voorstel van burgemeester en 1
wethouders,voor kennisgeving aangenomen.
Buigemeester en wethouders delen mede,dat ingevolge art.lol,'
5e lid,der L.O.Wet 1920 door de gemeenteraad vóór 1 Maart van j
elk jaar het bedrag behoort te worden bepaald,dat per leer
ling voor byzondere scholen voor gewoon en voortgezet gewoon
lager onderwys in dat jaar beschikbaar zal worden gesteld als
exploitatievergoeding.Volgens bovenvermeld wetsartikel wordt
hierby als maatstaf genoemd het bedrag per leerling,dat vol
doende moet worden geacht voor de redelyke behoeften van een
in normale omstandigheden verkerende school.
Voor 1951 werden deze bedragen resp. vastgesteld op 20.-
en 25.- per leerling,terwyl laatstgenoemd bedrag nog werd
verhoogd met 10.- voor elke leerling aan wie onderwys in
vak u vrouwelyke handwerken) werd gegeven.
Door Gedeputeerde Staten werden genoemde bedragen,in beroep,