J.
p
"bedrag,dat dit project vooralsnog buiten beschouvri.ng moet
blyven.
Het tweede project omvat de aansluiting van 250 woningen
in het overige gedeelte van de gemeente.
Zou de baatbelasting daarby kunnen worden omgeslagen
zowel over de nieuw aan te sluiten als over de reeds aange
sloten percelen dan zou niet worden geaarzeld te adviseren
dit project te doen uitvoeren.By becyfering van een gemiddel-1
de baatbelasting per perceel van 10.72 zou dit project
zeer wel voor uitvoering vatbaar zyn.
Wyl hiertoe echter niet kan worden overgegaan is nood
gedwongen als uitgangspunt het tweede,z.g. kleine plan,ge
nomen,dat de aansluiting omvat van 90 percelen,verdeeld over
7 afzonderlyke netuitbreidingen en tot uitvoering waarvan 29
Maart 1951 werd besloten.
Een enquête werd ingesteld om een zo zuiver mogelyk beeld)
te krygen van de belangstelling,welke by de betrokken per
sonen voor aansluiting op het electrisch net bestaat.
Deze enquête is echter een teleurstelling geweest.
Van de eigenaars van 89 percelen,die voor aansluiting in
aanmerking kwamen,werd van 43 hunner mededeling ontvangen,
dat zy in principe niet voor aansluiting voelen,waarby
practisch allen de te hoge kosten als reden opgaven.
De eigenaren van 31 percelen verklaarden wel voor aan
sluiting te voelen,terwyl t.a.v. 14 percelen in het geheel
geen bericht werd ontvangen.Eén eigenaar deelde mede nog
nader bericht te zullen zenden.
Ook al zouden de eigenaren van de 14 percelen die geen
bericht zonden tot voorstanders v/orden gerekend,dan nog
blykt practisch de helft van de eigenaren van de voor aan
sluiting in aanmerking komende percelen in principe daarvoor
niet te voelen.
Doordat Gedeputeerde Staten by schryven van 20 Juni 1951,. i.
G.Nr.6836,hebben medegedeeld dat zy het voor de onderhavige
uitbreiding benodigde crediet niet voor goedkeuring vatbaar
achten,heeft het geen zin daarop nog verder in te gaan.
Yerzocht wordt echter al het mogelyke in het werk te
stellen om - desnoods beperkte - uitbreidingen tot stand te
brengen,waarby wel de nodige voorzichtigheid dient te worden
betracht
De heer Bartels vindt te in te voeren baatbelasting een fl
grote onrechtvaardigheid;de boeren zullen dit jaar grond
huren,welke ze 't volgend jaar niet meer hebben en daarvoor j
zou dan moeten worden betaald?
Hierop antwoordt de Voorzitter,dat alleen de eigenaren i
baatbelasting verschuldigd zyn.
Het lid Verdohk zegt de baatbelasting onverantwoordelyk f
te vinden.Wy hebben de beschikking over electriciteit,
anderen niet.Om dat te krygen moeten zy betalen,terwyl zy