Bezwaar schrift tegen schoolgeld aanslag. Hernieuwde vaststelling geme ente rekening '49< Garantie verklaring lening Bouw- kas Rohyp aan A.F.Braspen ning. een concept wordt aangeboden. Met algemene stemmen wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Overgelegd wordt een op 30 Juni 1951 ingekomen schryven van C.van Vlimmeren,wonende A.3,alhier. In dit schryven maakt betrokkene bezwaar tegen de hem opgelegde aanslag in het schoolgeld over 1947/1946 ten bedrage van 19.17, artikel van het kohier 136,aangezien de bedoelde aanslag naar zyn oordeel tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Terzake zyn inlichtingen ingewonnen by de Inspecteur der Belastingen,te Roosendaal,die by schryven van 2 Augustus 0.1. mededeelde,dat de opgegeven schoolgeldmaatstaf van reclamant over 1947/1948 gehandhaafd blyft op 65.-. In verband daarmede en aangezien ook overigens ono'uiste vaststelling van de aanslag niet is gebleken,stellen burge meester en wethouders voor de aanslag te handhaven,waartoe zonder hoofdelyke stemming wordt besloten. Ter hernieuwde voorlopige vaststelling wordt door burge meester en wethouders aangeboden de gemeente-rekening over 1949. Deze rekening werd in de vergadering van 18 December 1950 reeds voorlopig vastgesteld.Door Gedeputeerde Staten is op deze rekening,op enkele ondergeschikte punten,echter aanmerking gemaakt. Yerzocht wordt de rekening thans opnieuw voorlopig vast te stellen,zoals deze in rood is gewyzigd. Overeenkomstig dit voorstel wordt met eenparige stemmen besloten. Door de N.V. Bouwkas Rohyp,te Amsterdam,is aanA.F. Braspenning,D.29,alhier,een hypothecaire geldlening van 7800.- toegezegd voor de bouw van een eigen woning.De uit betaling der gelden kan slechts geschieden,indien de gemeentelffl zich borg heeft gesteld voor de betaling van rente en af lossing. Alvorens deze aangelegenheid ter tafel te brengen zyn de aan garantieverlening verbonden risico's onderzocht. Uit het ontwerp-besluit,dat wordt overgelegd,blykt,dat het leningbedrag enerzyds is gedekt door byna looo .- spaartegoed en anderzyds door de waarde van het pand.Het reëele risico voor de gemeente betreft het verschil tussen de werkelyke (verkoop) waarde der woning en het niet door het spaartegoed gedekte leninggedeelte. In aanmerking genomen de-omstandigheid,dat de bouwer A.F.Braspenning regelmatig werk heeft en dat hy gunstig be kend staat,mag wel worden aangenomendat het verlenen van de gevraagde garantie voor de gemeente geen nadelige ge volgen zal hebben. Gelet op het vorenstaande achten burgemeester en wet-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1951 | | pagina 35