Beschikbaar-
stel ling cre
diet voor
woningbouw.
Machtigings
besluit
kasgeldle
ningen.
1951 beschikbaar te stellen vergoeding ingevolge art. 10Ibis
der L.O.Wet 1920 (vergoeding vakonderwyzeres vrouwelyke hand
werken)
De mogelykheid tot het verlenen van een dergelyk voor
schot is neergelegd in art.loibis,5e lid,der L.O.Wet 1920,
waarin tevens is bepaald,dat het voorschot wordt verleend
tot het bedrag,waarop voor het betreffend jaar aanspraak kan
worden gemaakt.
De beloning van de vakonderwyzeres bedraagt 180.- per
jaar en de niet-verhaalbare pensioensbydrage 15.48,zodat
een voorschot kan worden verleend van 195.48.
Voorgesteld wordt daartoe te besluiten en een concept
besluit wordt ter vaststelling aangeboden.
Met eenparige stemmen wordt dit ontwerp-besluit vastge-
steld.
Onder dagtekening van 27 December 1950 werd van Gedepu
teerde Staten bricht ontvangen,dat het woningcontingent voor
de jaren 1951» 1952 en 1953,aan deze gemeente toegewezen,
10 woningen bedraagt.
Bouwvolume hiervan is bereids toegewezen aan:
O.A.van Kuyk, Dorp A.30;
P.van Opdorp, Heidestraat B.126inw.;
H.van Oosterhout, Nieuwe weg L.32;
C.Peters, Gors E.98 en
P.Valentyn,Bosschenhoofd J.53,
terwyl bouwvolume voor êên woning in reserve is gehouden.
Van het contingent ad 10 woningen voor 1951 kunnen door
de gemeente alzo nog 4 woningen worden gebouwd.
Van de onlangs gereed gekomen 16 z.g. "goedkope" wo
ningen werden er 3 toegewezen aan uit Indonesië gerepatri
eerde gezinnen - van Meer,Kieft en van Eykelenborg - en de
woning H.45 werd beschikbaar gesteld voor het eveneens uit
Indonesië gerepatrieerde gezin j.p.JanssensNaar aanleiding
daarvan werd by brief van 16 Februari 1951 van de heer
Minister van Binnenlandse Zaken een extra-toewyzing van 5
woningen ontvangen.
Dientengevolge kunnen in 1951 door de gemeente nog 9
woningen worden gebouwd.
Mitsdien wordt voorgesteld tot de bouw van deze woningen
te besluiten,het daarvoor benodigde crediet beschikbaar te
stellen en te besluiten tot het aanvragen en aanvaarden van
de ryksbydrage in het exploitatie-tekort.
Overeenkomstig dit voorstel wordt zonder hoofdelyke
stemming met eenparige stemmen besloten.
In de vergadering van 18 December 1950 werd aan burge
meester en wethouders machtiging verleend om gedurende het
dienstjaar 1951 naar behoefte kasgeldleningen aan te gaan
tot een maximum-bedrag van 420.000.-.