Notulen der openbare vergadering van de Raadgehouden op
2 Maart 1950,des namiddags ten 7t uur.
Voorzitter: A.J.de Krom;
Secretaris: A .J.C .H .Vergouwen;
Aanwezig: alle leden,met uitzondering van de heer Nuyten,
die met kennisgeving afwezig is.
Opening. De voorzitter opent de vergadering met het openingsgebed.
Het lot,door de Voorzitter getrokken,wyst de heer van
Hooydonk aan,om by voorkomende stemmingen het eerst te
stemmen.
Hierna worden door de Voorzitter enkele algemene gegevens
verstrekt omtrent de loop der bevolking over 1949,de finan
ciële positie der gemeente etc.,alsmede een korte beschouwing
gewyd aan enkele voor de gemeente Hoeven van belang zynde
zaken.
De loop der bevolking,vestiging,vertrek,geboorte en
sterftevertoont geen belangryke verschuivingen.
Is het geboorte- en sterftecyfer vrywel stabiel,het ver-
trekcyfer over 1949 was groter dan over 1948,maar weer
kleiner dan over de jaren 1946 en 1947.Het totaal-cyfer geeft
dan het volgende beeld:
Bevolking per 1 Januari 1949 5077 per 1 Januari 1950:
5099derhalve een toename met 22.
Ook voor de toekomst behoeven in onze in hoofdzaak
agrarische gemeente geen belangryke verschuivingen verwacht
te worden.
In verband met de noodzaak van industrialisatie voor
Noord-Brabant is o.m. in opdracht van het Provinciaal Bestuur
een welvaartsplan samengesteld.
Was de industrie tot voor kort voornamelyk geconcentreerd
in de grote bevolkingscentrade nieuwe industrieën voor
Brabantwelke men noodzakelyk acht om het steeds groeiende
arbeidsoverschot op te vangen,dienen volgens genoemd plan
verspreid te worden over de gehele provincie in industrie
centra,die 8 10 K.M. van elkaar verwyderd liggen.
Zo heeft dit plan vastgesteld,dat in West-Brabant o.a.
de gemeenten Etten en Oudenbosch bestemd zyn om de nieuwe
industrieën op te nemen en de gemeente Hoeven,die dus
tussen twee industriecentra ligt,dient groene strook,dus
zuiver agrarische gemeente,te blyven.Dit betekent niet,dat
een voor Hoeven geschikte industrie zich niet in Hoeven zal
mogen vestigen,maar wel,dat de aangewezen gemeenten van
overheidswege financiële steun en medewerking ontvangen om
industrievestiging te stimuleren.
Toen dan ook het gemeentebestuur enkele maanden geleden
het oprichten van een eenvoudige industriewerkplaats aan
hangig maakte - industrievestiging stuit in de regel af op
het niet beschikbaar zyn van bedryfsruimte - kon niet