r 11 r t - E 10 - De heer M.C.Wagemakers spreekt als volgt5 "Mynheer de Voorzitter, Allereerst zou ik willen wyzen op het verschil in aard en karakter der bevolking van Bosschenhoofd ten opzichte van Ouden bosch.Dit verschil is voor my,als inwoner van Bosschenhoofdzo sprekend dat de uitslag der gehouden volkspeilingvoor of tegen aansluiting by Oudenbosch,voor my te voren vaststond» Dat deze uitslag zo in overweldigende meerderheid uitviel ten gunste van het blyven behoren tot de gemeente Hoeven en tegen aansluiting by Oudenbosch,lykt my vooral aan dit aard- en karakterverschil der bevolking van beide plaatsen te wyten. Als inwoner van Bosschenhoofd,deel uitmakende van deze gemeente raad, verheug ik er my over dat zowel de verschillende rapporteurs als burgemeester en wethouders pleiten voor behoud van de twee-eenheid Hoeven-Bosschenhoofd» Ik ga volkomen accoord met het voorstel van burgemeester en wethoudershetwelk zeker ook door de inwoners van Bosschenhoofd zal worden toegejuicht. Ik dank U." De heer W.AVerschuren spreekt als volgt: "Mynheer de Voorzitter, Het is nu byna vier maanden geleden,dat wy kennis namen van het plan van heren Gedeputeerde Staten tot herziening van de gemeentelyke indeling in deze streek. Van de gloeiende en heftige verontwaardiging van het eerste uur is nauwelyks iets meer te be speuren;gebleven is een heilige verontwaardiging,die niemand ons kwalyk zal kunnen nemen» Ik zal trachtenMynheer de Voorzitter ,myn beschouwingen een zo objectief en zakelyk mogelyk karakter te geven, zodat men er wellicht de warmte en bezieling in zal missen,welke het onder havige onderwerp vermag te verwekken. Op de eerste plaats zou ik een woord van dank willen richten aan het college van Gedeputeerde Staten voor het feit,dat het niet alleen burgemeester en wethoudersmaar ook de individuele raadsleden,door het verruimen van de termyn van antwoord,ge legenheid heeft gegeven een zelfstandig oordeel te kunnen vormen over de plannenInderdaaddit was noodzakelyk,want licht vaardig spreken over gemeentegrenzen is een misdaad,zo zeide de Voorzitter van Rucphen's Raad,en het spreken over gemeente grenzen is lichtvaardig - zou ik eraan toegevoegd willen zien - wanneer dit geschiedt door mensen,die noch de tyd konden vry- maken,noch de kennis konden vergaren om zich in deze kwestie in te werken.Het grootste respect heb ik voor de wyzewaarop deze zaak d.oor burgemeester en wethouders is voorbereid,alhoewel ik eerlyk moet toegeven niet alles te hebben kunnen verwerken; dit was werkelyk te veel van hef goede voor een eenvoudig raadslid. Na vele gesprekken,na vele artikelen in de dag- en weekbladen ben ik dan tot een zelfstandige conclusie gekomen. Ik zou het plan van Gedeputteerde Staten in drie delen willen splitsen; lo, het probleem Oudenbosch; 2o. het probleem St .Willebrord en Jo. het door het plan geschapen probleem van "compensatie" en de opgeworpen voorstellen tot grenscorrecties. Allereerst dan het probleem Oudenbosch. ■In de Raad van Oudenbosch is door de Voorzitter gezegd,dat het aan ONS was om te bewyzendat Hoeven bestaansmogelykheden heeft. Dit is m.i, een verdraaiing der feiten. Ten eerste heb ik my altyd afgevraagdis er werkelyk een probleem Oudenbosch? En ten tweede:als deze vraag bevestigend wordt beantwoord.,is dan de enige oplossing het voor ons liggende grenswyzigings- plan? Bestaat er nu een probleem Oudenbosch? Dat er een probleem Oudenbosch bestaat,ligt niet op onze weg om te bewyzen,Een bewysvoering had ik verwacht in de toelichting op het plan,maar de enkele regels die er aan gewyd worden - in totaal 20 simpele regeltjes - kunnen my niet overtuigen,integendeel

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1950 | | pagina 38