-E6- De heer J.Bartels spreekt als volgt; "Mynheer de Voorzitter, Na al hetgeen wat in de stukken,die voor ons liggen,en in de dag- en weekbladen al is geschreven omtrent de grenswyzigings- plannen,lykt het weinaast overbodig om nog nader op deze plannen in te gaano Als ik er toch iets over wil zeggen,dan is het in verband met het agrarisch probleem in verhouding tot de industrie. In het voorlopig grenswysigingsplan wordt de gemeente Hoeven opgedeeldenerz7yds een stuk aan Oudenbosch om deze gemeente aan woningbouw- en industrieterrein te helpen,anderzyds een gedeelte aan Etten als compensatie voor het verlies van St.Willebrord en dan nog een stuk aan de gemeente Rucphen,omdat het nu eenmaal op moet. Oudenbosch en Etten zyn aangewezen als de centra voor industrievestiging indeze streek;ik zal de laatste zyn om te ontkennen,dat industrialisatie geen harde noodzaak is,vooral in dit gebied.Op het platteland zal gestreefd moeten worden naar een bestaansmogelyteneid voor de steeds stygende bevolking;voor een deel zal onze boerenbevolking buiten de landbouw een levens- bestaan moeten zoeken.Men kan dit - zoals ik - betreuren,maar het is nu eenmaal harde werkelykheid Maar,mynheer de Voorzitter,wil dit zeggen,dat wy daarom ter- wille van deze industrialisatie onze landbouw op moeten geven? Neen,verre vandaar? Uit de toelichting op het plan kunnen wy zien,dat ook Ouden bosch de gronden voor tuinbouw,en de gronden,gereserveerd voor groteinstellingen,niet wil prysgeven,zodat ook daar blykbaar nog niet alle mogelyke concessies worden gedaan aan de industrie. Als men werkelyk een zuiver industriegemeente wil worden,dan moet men desnoods land- en tuinbouwgronden voor dit doel durven nemen en zeker niet eerst het oog slaan op de land- en tuinbouw gronden van een naburige gemeente Voorbeelden terzake uit andere gemeenten liggen voor hef grypen;Breda,Rotterdam,Roosendaal enz. Maar,mynheer de Voorzitter,ook dat, wat op de eerste plaats door Oudenbosch in eigen gemeente zou dienen te worden gedaan, is blykens de rapporten niet nodig. Ir.de Ranitz.een stedebcuwkundige,die onze streek zeer goed kent,toont in zyn rapport overduidelyk aan,dat Oudenbosch be- langryke woonkernen op zyn gebied kan projecteren zonder land- of tuinbouwbelangen,of grondenbenodigd, voor grote instellingen, te schaden,terwyl het bygevoegde staatje bewyst,dat in Ouden bosch n.b. niet minder dar 2jkS8,41 HA voor industrievestiging bestemd is. De wyzigr.ng van het uitbreidingsplan daarvoor werd reeds goedgekeurd door Ged,Staten. Hiermede is het voorstel van Ged.Staten verworpen,mynheer de Voorzitt er Maar bovendien tracht het Prov,welvaartsplan naar myn mening industrie spreiding te bevorderen in plaats van opeenhoping van industriezoaXs""Oudenbosch voorstaat. Door een grote opeenhoping van de industrie - de schrik van zovelen cp het platteland - krygt men steeds een verdere af brokkeling materieel zowel als cultureel,van ons platteland's leven,dat door de boeren- en tuindersstand dient te worden be heerst.Kan Oudenbosch nog meer armslag krygen ten koste van Hoeven, en steeds meer industrieën aantrekken,dan wordt het karakter van ons dorp veranderd,hetgeen slechts een kwestie van jaren kan zyn,Hier zit een groot gevaar, In een toespraak,die Paus Pius XII in 19A6 tot de boeren heeft gehouden,heeft Hy o.m, gezegd; "Met de gr octet mogelyke zorgvuldigheid, moet ervoor gewaakt worden,dat de wezenlvke kenmerken van wat men zou kunnen noemen; die waarachtige landelyke beschaving voor de gemeenschap worde bewaard;werklust,eenvoud en oprechtheid,eerbied voor het gezag, vóór alles dat der oudersvaderlandsliefde en gehechtheid aan die gewoonten,welke in de loop der eeuwen goed zyn gebleken,de geneigdheid tct onderlinge bystand.niet slechts tussen de leden van de eigen familie,maar ook van gezin tot gezin en van huis tot huis en eindelyk dat hoge goed,zonder hetwelk andere waarden haar reden van bestaan verliezen in een tomeloze begeerte naar winst?de echte godsdienstige geest"terwyl de Paus als de

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1950 | | pagina 34