Afgezien nog hiervan zou de aanvraag toch niet voor in
williging vatbaar zyn,wyl de aanvraagsters oorlogsslachtoffers
zyn,door het Ryk in deze gemeente ondergebracht en de ver
zorging van oorlogsslachtoffers tot 's Ryks taak behoort,al
thans niet ten laste der gemeente komt.
In overweging wordt daarom ook gegeven beide aanvragen
niet-ontvankelyk te verklaren,overeenkomstig welk voorstel
zonder hoofdelyke stemming met eenparige stemmen wordt be
sloten.
Tegemoet
koming art.
13 L.O.Wet
1920.
Verzoek
tot verhoging
max. aantal
vergunningen
Van 5 inwoners uit de St.Maartenspolder,t.w. J.Martens,
F.9» J.Rubbens,F.7» A,J.Wynen,F.30, J.van Beek,F.19 en Jac.
Luykx,F.10,is een aanvrage ontvangen om tegemoetkoming in de
vervoerkosten hunner kinderen,die in 1949 ofwel de scholen te
Oudenbosch ofwel die te Zevenbergen bezochten.
Waar deze scholen zyn gelegen op een grotere afstand dan
4 K.M. van de woning der kinderen,stellen burgemeester en
wethouders voor aanvragers een tegemoetkoming in de vervoer
kosten toe te kennen van resp. 20.-, 10.-, 10.-, 20.-
en 10.- per kind en per jaar.
Overeenkomstig dit voorstel wordt met eenparige stemmen,
zonder hoofdelyke stemming,besloten.
By beschikking van 30 November 1949,No.7411,van de
Minister van Verkeer en Waterstaatis een terrein,in eigendom
of gebruik by A.J.van Campenhout,H.105a,te Bosschenhoofd,goed
gekeurd als zweefvliegveld.
Op bedoeld terrein is door van Campenhout.voornoemd,een
woning annex clublokaal gestichtvoor welk clublokaal een
verlof A is verleend.
Door van Campenhout is op zyn aanvrage om vergunning af-
wyzend beschikt uitsluitend op grond,dat het vastgestelde
maximum aantal vergunningen is bereikt.
Momenteel komt op de lyst van candidaat-vergunninghouders,
bedoeld in art.17 der Drankwet,alleen voor de naam van van
Campenhout
Verwacht wordt,dat op en rond bedoeld terrein,wanneer dat
eenmaal ook zal zyn goedgekeurd als motorveld een druk verkeer
zal ontstaan,om welke reden het wenselyk wordt geacht,dat in
het daarby behorende clublokaal een vergunning is gevestigd,
teneinde aan de bezoekers sterke dranken te kunnen tappen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 6 der Drankwet kan de
Kroon,op voorstel van de gemeenteraad,Gedeputeerde Staten ge
hoord, in 1950 het maximum van de te verlenen vergunningen voor
een bepaalde gemeente verhogen.
Om die reden stellen burgemeester en wethouders voor een
dergelyk verzoek by de Kroon aanhangig te maken.
Het lid Jongenelen zegt de mening te zyn toegedaan,dat het
aantal vergunningen in een gemeente afhankelyk is van het in
wonertal en vraagt of het maximum aantal vergunningen is be
reikt, waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.