geen atlassen en dat is toch wel het toppunt. De Voorzitter zegt,dat vroeger de vergoeding laag was, dit ook i.v.m. de noodlydendheid der gemeente en het daaruit voortvloeiende toezicht van Ged.Staten. Hierna wordt het concept-hesluit zonder hoofdelyke stem ming vastgesteld. Aanbieding gemeente begroting, begroting woningbedryf en begroting B.A. voor 1950. Door burgemeester en wethouders wordt aangeboden een ontwerp voor de gemeente-begroting 1950,vergezeld van een memorie van toelichting en de in de Begrotingsvoorschriften 1951 vereiste bescheiden. Daarnaast wordt overgelegd een ontwerp-begroting voor het gemeente lyk woningbedryf over datzelfde dienstjaar. Medegedeeld wordt verder,dat ook thansevenals voor 1948 en 1949,een sluitende begroting kan worden voorgelegd,dank zy de omstandigheid dat de middelen van het gemeentefondswaaruit de meeste inkomsten der gemeente voortvloeien,een gunstiger beeld vertonen dan enige jaren geleden werd verondersteld. Ten aanzien van de uitgaven wordt opgemerktdat deze vry- wel alle tot gelyke bedragen zyn geraamd als voor 1949.Hierby is uiteraard rekening gehouden met de wyzigingen,welke de be groting 1949 in de loop van het dienstjaar reeds heeft onder gaan. In overweging wordt gegeven de concept-begroting met de bedryfsbegroting door een Commissie te doen onderzoeken. Door de Voorzitter wordeningevolge het bepaalde in art.31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad, aangewezen de heren van Hekelen ,Nuyten en van Oekelen om de Commissie van Onderzoek van genoemde begrotingen te vormen. Vorengenoemde heren verklaren zich allen bereid om zitting te nemen in bedoelde Commissie van Onderzoek. Vaststelling vergoeding art.101 L.O. Wet 1920 over 1948. Overgelegd wordt een ontwerp-besluit tot vaststelling der vergoeding ingevolge artikel 101 der L.O.Vet 1920,over 1948, uit te keren aan de besturen der in deze gemeente gevestigde byzondere lagere scholen. Deze vergoeding moet,op grond van art. 103»2e lid,der L.O. wet 1920,vóór 1 December 1949 worden vastgesteld en bedraagt voor het gewoon lager onderwys 12.55 voor het voortgezet gewoon lager onderwys 13.50 per leerling. Gedurende het jaar 1948 hebben de schoolbesturen reeds een voorschot op deze vergoeding ontvangen,zodat thans slechts het verschil tussen de vergoeding en dit voorschot behoeft te worden verrekend. De aanvragen der diverse schoolbesturen met de daarby be horende bescheiden,op deze aangelegenheid betrekking hebbende, worden eveneens overgelegd. Voorgesteld wordt te besluiten conform het aangeboden concept Met eenparige stemmen wordt,zonder hoofdelyke stemming, als zodanig besloten.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1949 | | pagina 40