I Hetzelfde kan gezegd worden van de opcenten op de ryksbe- lastingen. We moeten ons echter goed realiseren,dat 52.4 van de ge- meentelyke inkomsten uit belastingen onder invloed staat van de algemene conjunctuur. In deze situatie kan een gevaar schuilen. De conjunctuur-gevoeligheid doet n.l. de opbrengst in tyden van hausse stygen;daarentegen wordt in tyden van neergang van de conjunctuur een aanmerkelyk lagere opbrengst verkregen. Deze fluctuatie in de inkomsten maakt het eigenlyk nood- zakelyk om in tyden van hausse,zoals thans,een reserve te vormen,opdat de gemeente straks,wanneer de inkomsten door ver anderde tydsomstandigheden eens aanmerkelyk zouden teruglopen, aan hare vaste verplichtingen,voortvloeiende uit kapitaalsuit- J' gaven kan blyven voldoen door het putten uit gevormde reserves. Een sluitend budgethoewel met uitgaven die ^rn aangepast aan het geldende pryspeil,maar met zeer weinig ruimte en een post voor onvoorziene uitgaven,die te laag is te noemen,zoals voor 1949 en zonder dat daarin reserves konden worden opge nomen,is dus,zoals opgemerkt,op zichzelf reeds een aanwyzing voor Raad en gemeentebestuur de uiterste soberheid te be trachten. Over de bereikte resultaten van onze gemeentelyke werkzaam heden en bemoeiingen in 1948,gezien in het licht van de geringe ruimte op de begroting en de gebondenheid aan overheid's toe- wyzingen en -toestemmingen op nog verschillend gebied,kunnen we tevreden zyn,maar in het geheel niet voldaan. Wel konden in dat jaar wederom 11 woningen worden betrokken en vond aanbesteding plaats van 25 woningen,waarmede door ver schillende omstandigheden helaas eerst dezer dagen een begin werd gemaakt,maar de vooruitzichten voor 1949 zyn bepaald zeer ongunstig te noemen;vele gemeenten zullen dan ook geen,vele andere een zeer gering bouwvolume toegewezen krygen. Burgemeester en wethouders blyven in deze diligent en doen tevens een ernstig beroep op de inwoners om gebruik te maken van de overheid's steun voor verbetering en voor het splitsen van woningen en voor het tot woning inrichten van buiten ge bruik zynde schuren,werkplaat sen etc. De Overheid's premie bedraagt 60 van de verbeteringskostei voor zover de kosten per te verbeteren woning niet meer dan 2400.- of minder dan 201.- bedragen en per in te richten woning niet meer dan 4200.- of minder dan 201.-. Ook voor het vrywillig beschikbaar stellen van woonruimte kan eveneens een tegemoetkoming worden verleend in de daaruit voortvloeiende noodzakelyke kosten. Ik hoop,dat de heren raadsleden in hun omgeving aan deze regeling meerdere bekendheid zullen geven en dat ook de pers van dit beroep op de bevolking en van de mogelykheden die de regeling biedtuitvoerig zal melding maken.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1949 | | pagina 3