tydens bepaalde gelegenheden (gedacht wordt aan de kermis,
wielerronden en dagen,waarop wordt gedanst) gedragen alsof ze
dronken zyn en daardoor een voortdurende bron van ergernis
vormen voor de overige bezoekers.
De politie kan hiertegen niet optreden,aangezien een der-
gelyk optreden nergens strafbaar is gesteld.
Teneinde aan dit euvel zoveel mogelyk paal en perk te
stellen zyn burgemeester en wethouders van mening,dat in de
algemene politieverordening dezer gemeente een desbetreffende
verbodsbepaling dient te worden opgenomen en bieden een
concept-besluit daartoe ter vaststelling aan.
Het lid Jongenelen informeert nog naar de naleving der
A.P. in het algemeen.Vroeger was het de gewoonte,zegt spreker,
dat de caféhouders b.v. by kermis en andere gelegenheden een
kennisgeving ontvingen,waaraan zy zich hadden te houden.Vraagt
dan of dit in de toekomst ook weer kan plaats hebben,waarop
de Voorzitter bevestigend antwoordt.
Voorts vraagt dezelfde om de A.P. werkelyk toepassing te
doen vinden,speciaal op ft punt van het sluitingsuur.De Voor
zitter zegt toe deze aangelegenheid met de politie te zullen
bespreken.
Hierna wordt het aangeboden ontwerp-besluit zonder hoofde-
lyke stemming vastgesteld.
Onderzoek
geloofsbrieven
nieuw benoem
de leden van
de Raad.
Aan de orde is punt IX der agenda voor deze vergadering,
n.l. onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemde leden van de Raad.
Ingevolge het bepaalde in artikel 1 van het Reglement van
Orde voor de vergaderingen van de Raad zullen deze geloofs
brieven worden onderzocht door een Commissie van drie leden,
door de Voorzitter te benoemen.
De heren van Oekelen,Marynissen en van Eekelen worden
door de Voorzitter aangewezen om bedoelde Commissie van Onder
zoek uit te maken,waarna de vergadering voor de duur van het
onderzoek wordt geschorst.
Na de opheffing der schorsing wordt door de Commissie van
onderzoek,by monde van de heer van Oekelen,medegedeeld,dat de
geloofsbrieven van alle nieuw inkomende leden zyn in orde be
vond en, waarna, op voorstel van de Voorzitter,zonder hoofdelyke
stemming tot hun toelating als raadslid wordt besloten.
Aanvrage
art.72 L.O.
Wet 1920 van
de R.K.
Meisjesschool.
Door Burgemeester en wethouders wordt overgelegd een aan
vrage ex art.72 der L.O.Wet 1920,om medewerking voor de bouw
van 2 klaslokalen,1 keuken-werklokaal en 2 kamertjes,met in
begrip van de kosten van eerste inrichting,zulks ten behoeve
van het v.g.l.o. (7e en 8e leer jaar),welke aanvrage op 23 Mei
194-9 is ingediend door het bestuur der R.K.Byz.Meisjesschool,
alhier.
Op grond van art.77 der L.O.Wet 1920 is door burgemeester
en wethouders t.d. overleg gepleegd met het schoolbestuur,
voornoemd,welk overleg ertoe heeft geleid,dat zy zich bereid