Eén zetel,myne heren,moest vanavond onbezet blyven.Het is
n.l. de heer Buys,die door zyn vertrek naar Breda één van de
vereisten voor het raadslidmaatschap heeft verloren en derhalve
heeft opgehouden lid te zyn.
De heer Buys is sinds 16 Augustus 1946 lid geweest en
gaarne breng ik hem dan ook dank voor hetgeen hy als zodanig
en als lid van verschillende commissiën in het belang van de
gemeente heeft verricht.Ik ben er van overtuigd,dat de heer
Buys zeer node de gemeente Hoeven en Uw Raad heeft verlaten.
Verschillende omstandigheden maakten het voor hem echter zo
niet noodzakelyk,dan toch zeer gewenst zich in Breda te
vestigen.
Gaarne wensen wy de heer Buys en zyn gezin in Breda het
allerbeste toe.
Het jaar 1948,myne heren,brachtzoals bekend,de 5000 in
woners, waarvan aangifte met enige plechtigheid gepaard ging.
142 kinderen werden in dat jaar in de geboorte-registers
ingeschreven en 238 personen vestigden zich in de gemeente?
31 personen zyn overleden en 225 vertrokken naar elders.Dit
alles bracht het bevolkingscyfer van 4918 (1 Januari 1948)
op 5042 (1 Januari 1949).
De financieïe positie,myne heren,maant tot grote soberheid
en belangryke kapitaalsuitgaven,hoe nodig en nuttig misschien
ook,zullen achterwege dienen te blyven,tenzy,door het achter
wege laten,de welvaart in de gemeente zou worden aangetast.
Evenals voor 1948 kon ook voor 1949 een sluitende begroting
worden aangeboden,mede dank zy de nieuwe regeling van de
financiële verhouding tussen Ryk en gemeenten en het achter
wege laten van nieuwe kapitaalsuitgaven.De financiële gevolgen
van de lange,in 1947 geëindigde,periode van noodlydendheid
zullen het budget nog vele jaren bezwaren in de vorm van rente
en aflossing van de lening,die tot dekking van de in de nood-
lydendheidsperiode ontstane tekorten moest worden aangegaan.
De gemeenterekening voor 1948 zalbehoudens onvoorziene
omstandigheden en indien althans de byzondere uitkering uit
het gemeentefonds wordt verhoogd met een bedrag van 3500.-
voor onderwysuitgaven,welke door de Minister aan de gemeente
zyn opgelegd,niet met een nadelig slot worden afgesloten.
De begroting 1949 kent helaas weinig speling, Van de ge- 1
raamde directe en indirecte belastingopbrengsten zal 11.2
worden verkregen uit eigen gemeentelyke belastingen, 11.5
uit opcenten op 's Ryks belastingen, 6.4 uit ondernemings
belasting en 70.9 uit uitkeringen uit het gemeentefonds.Van
deze laatste uitkeringen wordt 28.6 ontvangen wegens alge
mene uitkering, 24.9 wegens belastinguitkering en 17.4
wegens byzondere uitkering.
De gemeentelyke inkomsten kunnen in het algemeen door
activiteit van het plaatselyk bestuur niet toenemen.De eigen
gemeentelyke belastingen zyn alle opgevoerd tot die hoogte,
welke voorheen voor noodl.ydende gemeenten was voorgeschreven.