terwijl voorts kan worden gestraft, wanneer de overtreder nalatig blijft met verbeurdverklaring van de voorwerpen door middel van de overtreding verkregen of waarmede de overtreding is gepleegd, voor zover zij aan de veroordeelde toebehoren. Voorts bepaald art. 196 der gemeentewet, dat, indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, de rechter de geldboete of hechtenis tot het dubbel voor het voor elk gesteld maximum kan uitspreken. Gestraft kan derhalve volgens de terzake bestaande voor schriften worden, wanneer de overtreder nalatig blijft, met 12 dagen hechtenis of 50,- geldboete en verbeurdverklaring. Naar de mening van Burgemeester en wethouders heeft het dan ook geen zin tot wijziging van de Algemene Politieverordening over te gaan, om welke reden wordt voorgesteld het voorstel van de heer Marijnissen voor kennisgeving aan te nemen. De heer Marijnissen verklaart zich hiermede te kunnen verenigen, waarna zonder hoofdelijke stemming met eenparige stemmen wordt besloten als voorgesteld. Door de heer Verschuren wordt gevraagd herziening der subsidies voor de Fanfare's F.G.O. en Sancta Gaecilia, R.K.Thuis van Hoeven en van Bosschenhoofd en beide voetbalvereniginf^non* Hoeven en Devo. Hierop delen Burgemeester en wethouders mede, dat bij raadsbesluit van 5 September 194-7» op voorstel van hun college aan de fanfares een jaarlijkse subsidie werd toegekend van in totaal 100,-; verhoging tot in totaal 200,- vond, eveneens op voorstel van hun college, plaats bij raadsbesluit van 17 Juni 194-8. Dit bedrag moet, gelet op de belangrijke, haast onmisbare plaats, die de fanfares in het dorpsleven innemen en mede gelet op de zeer ongunstige financiële positie der fanfares, laag worden genoemd. Subsidie-toekenning vond echter plaats in jaren, waarin de gemeente noodlijdend was en onderworpen aan streng hoger toezicht. In dit licht moeten dan ook de genoemde bedragen worêen gezien. Nu de gemeente weer meerdere vrijheid gekregen heeft ingevolge de nieuwe financiële regeling tussen Rijk en gemeenten, ligt het in het voornemen van Burgemeester en wethouders ook de subsidies aan de fanfares te herzien. Waar echter ook de middelen tot dekking dienen te worden aangegeven en op meerdere rijkssteun niet gerekend mag worden zijn Burgemeester en wethouders voornemens een voorstel inzake herziening eerst dan te doen wannesr de resultaten van de dienst 194-8, welk dienstjaar 50 Juni 194-9 sluit,bekend zijn. De dienst 1949 wijkt n.l. slechts in geringe mate af vanl94-8, zodat de uitkomsten van laatstgenoemd dienstjaar leidraad kunnen zijn bij het woteren der uitgaven. T.a.v. de subsidie verlening aan de Katholieke Thuis front en-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1949 | | pagina 25