in de ten laste der gemeente komende kosten van voorziening
van drinkwater,welke kosten in de eerste 5 jaren na de in
voering der belasting rond 1000.- beliepen en daarna be-
langryk stegen.
Deze kosten bestaan uit:
a. bet verschil tussen een gegarandeerd bedrag van 4750.-
per jaar en de jaarlykse wateropbrengsten en af
b. een vaste jaarlykse bydrage van 500.- in de aanleg-
kosten der werken.
Kaar telefonische mededeling van de Directeur der N.V.
Waterleiding My. "Noord-West-Brabant",te Oudenbosch,d.d5
September 1947 zullen de hierboven bedoelde kosten over 1948
niet zyn verschuldigd.Hieraan is voor de gemeente de conse
quentie verbonden,dat de betreffende baatbelasting niet meer
mag worden geheven,om welke reden wordt voorgesteld de be
staande waterleiding-baatbelasting ingaande 1 Januari 1948
in te trekken.
Overeenkomstig dit voorstel wordt met eenparige stemmen,
zonder hoofdelyke stemming,besloten.
Punt XVI der agenda "Aangaan gemeenschappelyke regeling
met de gemeenten Rucphen en Et ten tot geme enschappelyke be
hartiging van bepaalde belangen in het Kerkdorp St.Wille-
brord" wordt,wyl het overleg tussen de betrokken colleges i
van burgemeester en wethouders nog gaande is,ingetrokken.
Vaststelling Aan de orde wordt gesteld het voorstel van burgemeester
en wethouders tot vaststelling der gemeente-begroting,dienst
1948,de begroting voor het gemeentelyk woningbedryf voor
1948 en de begroting van het B.A. voor dat dienstjaar.
Genoemde bescheiden zyn door een begrotingscommissie
onderzochtvan welk onderzoek een rapport is uitgebracht,
waarvan door de Voorzitter voorlezing wordt gegeven.
Naar aanleiding van dit rapport wordt door burgemeester
en wethouders het volgende opgemerkt.
De presentiegelden voor de leden der stembureaux zyn aan
gehouden op hetzelfde bedrag als voor de verkiezingen in
194-6 gold.De normen van deze vergoedingen worden door Gede
puteerde Staten vastgesteld.Er zal dus moeten, worden afge
wacht welke normen het provinciaal bestuur voor 1948 zal
vaststellen.
Aan het Burgerlyk Armbestuur zal de vraag naar welke maat,
staven de gelduitkeringen aan armlastigen worden vastgesteld,
worden voorgelegd,onder mededeling van de overige opmerkingen
welke de Commissie gemeend heeft t.a.v. die uitkeringen te
moeten maken.
Door de Voorzitter worden nog verschillende posten der
begroting nader toegelicht,o.a. het tekort op de begroting,
aanstelling 2 nieuwe gemeente-werklieden,onderwysuitgaven e
- door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld voor
1948 een vergoeding van resp. 12.55 ®n 15.30 per leerling
gemeentebe
groting 1948,
begroting
gemeentelyk
woningbedryf
1948,alsmede
begroting
B.A. 1948.