Vaststelling
dekkingsplan
geacc.budge-
taire te
korten t/m
1945.
Vaststelling
nieuwe ver
ordening
hondenbe-
lasting.
Overeenkomstig dit voorstel wordt met eenparige stemmen,
zonder hoofdelyke stemming,besloten
Onder punt 6 van zyn circulaire van 4 Juli 1946,No.13701,
Afd.B.B.Bureau Financiën,geeft de Minister van Binnenlandse
Zaken richtlynen,hoe te handelen met de rekeningstekorten van
1945 en vroegere garen.
Te beginnen met 1946 wordt goedgevonden,dat in de gewone
dienst een post wordt opgenomen tot gedeeltelyke dekking der
oude tekorten tot en met 1944 en vanaf 1947 tot dekking van de
oude tekorten tot en met 1945«Be begroting 1946 moet i.v. hier
mede worden gewyzigd.
Ter vaststelling bieden burgemeester en wethouders aan een BI
concept-besluit,waarin met vorenbedoelde regeling is rekening
gehouden
Met eenparige stemmen wordt,zonder hoofdelyke stemming,be
sloten het dekkingsplan als aangeboden vast te stellen en de
daaruit voortvloeiende 3e begrootingswyziging 1946 eveneens
vast te stellen.
Nevens hun advies tot vaststelling ener nieuwe verordening
tot heffing van hondenbelasting in deze gemeente,leggen burge- ij
meester en wethouders over het schryven d.d. 3 December 1946,
G.Nr.S76,van Gedeputeerde Staten dezer provinciewaaruit blykt9
dat de Minister van Binnenlandse Zaken het i.v.m. de noodlydend-|
heid der gemeente noodzakelyk acht,dat met ingang van 1 Januari I
1947 een belasting van tenminste 10.- wordt geheven voor luxe
honden
Voorgesteld wordt voor de eerste luxe hond een belasting te
doen betalen van 10.-,voor de twede 15•- en voor iedere
hond meer dan twee 25.-.
Voor z.g. "lange honden" wordt een bedrag van 50.- per
jaar en per hond niet te hoog geacht,wyl deze overwegend ge
bezigd worden by wildst ropery, terwyl een belasting van1 3.50
per hond per gaar,uitsluitend gehouden ten dienste van de land
bouw of enig bedryf van nyverheid of ter bewaking van gebouwen,
erven of vaartuigen.alleszins billyk wordt geacht.
De heer van Oekelen vraagt of thans toch nog gelegenheid
bestaat,om met een vastliggende hond op straat te komen,waarop
de Voorzitter antwoordtdat zulks zeer zeker mogelyk is,mits
dit maar z.g. "appèl-honden" zyn.
Het lid Verschuren informeert of iemand,die een z.g. "lange 1
hond" voor pleizier houdt ook daarvoor die hoge belasting moet
betalen,waarop bevestigend wordt geantwoord.
De heer Jongenelen vraagt of iemand,die niet is aangeslagen,;!
zelf verplicht is aangifte te doen,waarop de Voorzitter antwoord!
1
dat zulks is voorgeschreven,waaraan ZynSd. echter toevoegt,dat
hieraan volledige bekendheid zal worden gegeven.
De heer Verdonk vraagt om de controle op de hondenbelasting