Opening.
Beeediging
Wage malse rs
Notulen.
Afscheids
woord van
den Voor
zitter.
Notulen van de openbare vergadering van den Gemeenteraad,
gehouden ten gemeentehuize op 13 November 194-6,om 19.30 uur.
Voorzitter:G.H.M.Hofmans ,Wnd.burg3mee ster;
Secret aris :AJ .C .H .Vergouwen
Tegenwoordig:alle leden,met uitzondering van den heer
Verschure n.
De Voorzitter heet alle aanwezigen welkom en opent de vergade
ring met den Christelyken Groet.
Het lotdoor den Voorzitter getrokken ,wyst den heer Marynissen
aan,om by voorkomende ste inningen het eerst te stemmen.
De heer Wagemakers,die in de vergadering van 24- October j.l.
afwezig was,legt opnieuw in handen van den Voorzitter af de
eedenvoorgeschreven in artikel 4-5 der gemeentewet.
Na voorlezing der notulen van 24- October j.l. worden deze on-
gewyzigd vastgesteld.
Door den Voorzitter wordt dan een afscheidswoord tot de
aanwezigen gerichtluidende als volgt:
"Myne Heeien,
Het zal U niet verwonderen,dat het my een groote behoefte is,
nu ik genoodzaakt ben afscheid van U te nemen,als Voorzitter,nog
eenmaal met U te vergaderen.
Ik heb de eer gehad deze gemeente byna twee jaar te mogen
dienen als waarnemend burgemeesterwelke taak thans is geëindigd.
Het zal U duidelyk zyn,dat dit afscheid me zwaar valt.Te
scheiden van datgene wat ge lief hebt ge kregen, is steeds zwaar.
Het zou tegennatuurlyk $rn,als het anders was.
Gaarne had ik dan ook myn arbeid als zoodanig voortgezet;
gaarne had ik verder willen werken aan de uitvoering van de op
stapel gezette plannen;aan de oplossing van de vele problemen,
waarvoor ook deze gemeente is geplaatst
Het wel en wee dezer gemeente lag my na aan het hart.Dagelyks
mocht ik met de gemeentenaren verkeeren ;dag£lyks had ik zeer nauw
contact met alle lagen van de bevolking,waardoor ik zoo by uit
stek in de gelegenheid was me te orienteeien op dat gene,wat in
U leefde en wat U bezig hield.
Helaas waren de tydsomstandigheden van dien aard,dat by een
hoeveelheid en complicatie van vraagst ukken slee hts een minimum
aan resultaat kon worden bereikt.
Doch gedachtig de bekende spreuk van den grooten Zwyger
"Men behoeft niet te hopen *om te ondernemennoch te slagen om te
volharden"heb ik in alle bescheidenheid getracht de belangen
der gemeente naar best vermogen te behartigen.
Dat ik in deze taak ben tekoit geschoten,ik wil het gaarne
erken&en.Ook ik was een mensch met fouten en tekoit komingen ook
myn werk was menschenwerk met groote onvolmaaktheden en ook voor
my gold het bekende fmnsche spreekwoord "II est dificile de
conténter tout le monde et sa belle mare" "Het is moeilyk om het
iedereen naar den zin te maken".