(Nieuwjaarsrede3jpdsgesproken door den Waarnemend-Burgemeester'
van Hoeven,den Heer G.H.M.Hofmansin de raadsvergadering van
25 Januari 1946)
Mijne Heeren,
Bij onze eerste samenkomst in 194-6 heeft het nieuwe
jaar reeds eenige weken zijn intrede gedaan. Ik wil deze ge
legenheid gaarne aangrijpen J allen een zalig, gelukkig en
voorspoedig nieuwjaar toe te wenschen, niet alleen voor U per
soonlijk, doch ook voor Uw gezin.
Tevens, leent dit oogenblik zich zeer bijzonder even een
terugblik te werpen pp het veelbewogen jaar dat achter ons ligt,
het jaar 1945» dat ons de algeheele bevrijding heeft gebracht van
het zoo gehate juk.
Onbeschrijflijk was onze vreugde over de herwonnen vrij
heid, die zich maanden lang in ongekenden feestroes heeft geuit.
Na dit feest- en vreugdevertoon zijn we al heel spoedig
geplaatst voor de harde realiteit van het leven.
Tal van moeilijkheden en problemen hebben zich in het
afgeloopen jaar aangediend, waarvan er helaas weinige konden
worden opgelodt.
Desondanks is het oude jaar niet zonder vrucht gebleven.
Ik moge hier memoreeren het herstel (noodherstelvan
onze getroffen woningen, de gedeeltelijke voltooiing van den
bouw van 6 noodboerderijende droogmaking van de geïnundeerde
gronden in den St. Maartenspolderhet uitdiepen van ruim 30
K.M. slooten, het noodherstel ven onze wegen en de volledige
slooping der weermachtswerkenIk denk aan Ie spoedige hervat
ting van het onderwijs, de opneming van ruim 1000 geëvacueerden
en repatrieerenden, de verstrekking van kleeding, schoeisel en
dekking aan onze getroffenen, de scabies bestrijding, de reor
ganisatie der brandweer en de wederom in bedrijfstelling van
onze steenfabriek, waardoor een belangrijke bijdrage kon worden
verleend aan het wederopbouwwerk.
Groote en talrijke problemen wachten nog op oplossing.
En dan denk ik op de eerste plaats aan "het" probleem bij uit
stek, dat iedere gemeente bezig houdt, nl. het woningvraagstuk.
Een onlangs gehouden enquête heeft uitgewezen, dat het woning
tekort veilig op 200 woningen kan worden aangehouden. Sn de
vooruitzichten voor nieuwbouw zijn in 194-6 nog zeer somber.
Andere vraagstukken, die in 1946 uw aandacht zullen
vragen, zijn de verbetering en verharding der wegen, de ontwa
tering van de nog niet in waterschapsverband opgenomen gronden,
bebossching op groote schaal, de volledige electrificatie van
onze gemeente, uitbreiding van het waterleidingnet, maatregelen
ter bevordering van de volksgezondheid enz. enz.
Een voorloopige en summiere kennisneming van de moeilijk
heden, die zich thans voordoen is reeds voldoende om ons de
overtuiging te schenken, dat niet alleen de Regeering, doch
ook de lagere bestuursorganen, met name hier de gemeente, voor
een taak staat van zoo immense beteekenis en omvang, dat deze