(Besluit op loonbelasting) kan de onderwerpelijke heffing niet meer voor
goedkeuring in aanmerking komen. Naar aanleiding hiervan stellen bur
gemeester en wethouders voor deze verordening in te trekken, waartoe
met algemeene stemmen zonder hoofdelijke stemming wordt besloten.
Bij schrijven van 29 Januari 1941, G.no.762a Afdeeling III, berichten
Heeren Gedeputeerde Staten van dit gewest, dat bij hun College geen be
zwaar bestaat tegen goedkeuring der rekening van het burgerlijk armbe
stuur dezer gemeente over 1939.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
deze rekening met algemeene stemmen goedgekeurd.
In verband met het feit, dat in deze gemeente een aanvang zal wor
den gemaakt met den verbouw van hop is het noodzakelijk, ter verkrijging
van een goed product, dat een verordening in het leven wordt geroepen
betreffende den verbouw van mannelijke en het uitroeien van wilde hop
planten.
Te dien einde bieden burgemeester en wethouders ter vaststelling
aan een concept-verordening No.960/1.823.1 waarbij het verboden wordt
mannelijke hopplanten in de hoptuinen te behouden of aan te planten en
het verplichtend wordt gesteld wilde hopplanten uit te roeien.
Met algemeene stemmen wordt de verordening vastgesteld als aange
boden.
Bij raadsbesluit van 30 September 1940 werd eene verordening vastge
steld tot wijziging der artikelen 9 en 17 der bouwverordening dezer ge
meente. Op deze wijziging, die ter goedkeuring aan Heeren Gedeputeerde
Staten werd ingezonden, had de Inspecteur van de Volksgezondheid eenige
aanmerkingen. In verband hiermede bieden burgemeester en wethouders we
derom ter vaststelling aan een nieuwe verordening, No.599/1.778.511,
waarbij met de bezwaren van den genoemden Inspecteur is rekening gehou
den.
De heer Oomen zegt, dat het onnoodig is de bouwverordening te wij
zigen, zoo toch aan iederen weg mag worden gebouwd.
De vootzitter geeft hierop toelichting en zegt, dat het wijzigings-
besluit reeds genomen is d.d. 31 December 1940, waarop de heer Oomen
recipleert, dat het toch zijne goedkeuring niet kan wegdragen.
Na een korte bespreking gaan echter alle leden met het voorstel van
burgemeester en wethouders accoord en wordt met eenparige stemmen be
sloten als voorgesteld.
Gedeputeerde Staten van dit gewest berichten bij hun schrijven van 15
Januari 1941, G.nr.425a, Afdeeling IV, dat bij artikel 12, lid 4, der
gemeenschappelijke regeling voor het Bouw- Woning- en Welstandstoezicht
Noord-Brabant Midden en Westhet gemeentebestuur van Etten is aangewe
zen voor de uitvoering van de voorschriften van artikel 137 der gemeen-
wet
Aangezien echter van de gemeente Etten nog niet tot de regeling is
toegetreden, kan de bedoelde aanwijzing niet in stand blijven.
Overeenkomstig het verzoek van Gedeputeerde Staten bieden burgemees
ter en wethouders ter vaststelling aan een besluit tot wijziging der ge
meenschappelijke regeling concept-besluit No.514/1.778.5 waarbij de
gemeente Etten wordt vervangen door de gemeente Oisterwijk.
Wordt besloten als voorgesteld.
VII.
VIII.