S t i
I I II
k
Openbare vergadering van den Baad.
Maandag 7 Juli 194-1,des namiddags ten vier ure.
Tegenwoordig: Alle leden,de burgemeester,voorzitter, en
de secretaris.
I. De voorzitter opent de vergadering met den Christelyken
Groet. Het lot,door den voorzitter getrokken,wyst den heer de
Rooy aan,om by voorkomende stemmingen het eerst te stemmen.
II. De voorzitter deelt mede,dat als eenig punt op de agenda
voor deze vergadering staat "Bespreking woningbouw" en geeft
in verband daarmede voorlezing van den aan burgemeester en wet
houders gerichten brief van den heer Secretaris-Generaal van het
Departement van Binnenlandsche Zaken d.d. 30 Juni 1941No.7764,
M/B 1717»luidende als volgt:
"Zooals ik Uw college reeds eerder mededeeldelaten de thans
nog geldende voorschriften niet toe,ten aanzien van het ver
huren der bedoelde woningen een ander standpunt in te nemen.
Hoewel het te betreuren zou zyn,indien niet tot den bouw der
woningen zou worden overgegaan,moet ik de beslissing te dezen
aan Uw college laten."
Verder zegt ZynEd. eene bespreking te hebben gehad met den
heer Commissaris dezer Provincie,die als zyn meening had te
kennen gegeven,dat het toch goed zou zyn om tot woningbouw over
te gaan,weshalve deze vergadering is byeengeroepen om deze aan
gelegenheid te bespreken en eventueele bezwaren aan te voeren.
Burgemeester en wethouders,zoo zegt ZynEd.zyn thans voor
nemens tot den bouw over te gaan en doen hierby het voorstel
daartoe.
De by dezen woningbouw behoorende beschryvingen zullen nog
worden gewyzigd,zooals door den Baad van Toezicht van het Bouw-,
Woning- en i/ïëLstandstoezicht aangegeven.
Bedoeling is om de N.V. Bredero's Bouwbedryfte Utrecht,
opdracht tot dit werk te geven en alles te doen controleeren
door B.-,W.- en W.toezicht.
Hierna vraagt de voorzitter het gevoelen van den Baad te
mogen vernemen.
De heer Oomen zegt voor een mondelinge afspraak niet veel
te geven en vraagt of geen schriftelyke bevestiging aanwezig is,
waarop de voorzitter ontkennend antwoordt.
De heer Oomen zegt dan liever een schryven te zien van
Hooger hand,waarop de heer van Eekelen den heer Oomen byvalt en
zegt,dat woorden geen garantie geven.Ook hy zou liever alles
op schrift hebben.
De voorzitter geeft daarop uitleg hoe,naar zyne meening,
deze aangelegenheid zal verloopen,waarop de heer Nuyten mede
deelt, dat we thans "abnormale" tyden beleven en vraagt wat zal
gebeuren,zoo deze tyden veranderen.Hy zou n.l. gaarne weten of
de thans genomen besluiten later zullen worden erkend,waarop