Openbare vergadering van den raad.
Woensdag 10 Mei 1939, des namiddags te zeven uur.
Tegenwoordig: de burgemeester, voorzitter;
alle leden, met uitzondering van den heer
Vissenberg;
de secretaris.
I De voorzitter opent de vergadering met den Christelijken Groet.
Het lot, door den voorzitter getrokken, wijst den heer C.A.
Huijsmans aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst te
stemmen.
II Het ingekomen stuk, no 1004/2.07.352.11, inhoudende de
machtiging tot het doen van uitgaven uit de posten der be
grooting 1939, wordt voor kennisgeving aangenomen.
III Tot lid van het hoofdstembureau voor de verkiezing van de
leden van den raad, zitting hebbende voor een tijdvak van vier
jaren, worden, overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders, pekozen de heeren:
C.Dekkers, J.Laurijsse, A.Huijsmans en C.Janssen.
Tot plaatsvervangende leden worden benoemd de heeren
A.J.C.H.Vergouwen en G.H.M.Hofmans.
IV Voorgesteld wordt door burgemeester en wethouders een
verordening vast te stellen tot machtiging van de ambtenaren
van politie in de gemeente Hoeven tot het wegens schoolver
zuim naar school brengen van leerplichtige kinderen.
Op een vraag van den heer Brans hoe de politie kan weten
of een kind verlof heeft de school niet te bezoeken antwoordt
de voorzitter, dat in dit geval een bewijs wordt medegegeven.
De heer Laurijsse voelt als bezwaar, dat, volgens de
verordening, het politietoezicht zich behoort te beperken tot
"openbare wegen". Het is vele jaren voorgekomen, dat kinderen
in het koren werden aangetroffen.
De voorzitter meent, dat in dit geval de kinderen, wegens
het zich onrechtmatig in het koren bevinden, daaruit door de
politie kunnen worden verwijderd, waarna naar-school-geleiding
mogelijk is.
Zonder stemming wordt de verordening vastgesteld.
V Doordat in de vergadering van 27 Februari 1939 een ge
wijzigd besluit tot het aangaan van een kasgeldleening tot
stand kwam (no 665/2.07.352.75 is het noodzakelijk, dat het op
5 December 1938 genomen besluit wordt ingetrokken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het hiertoe te nemen
besluit, no 1383/2.07.352.75, vastgesteld.
VI
