Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
VI. Naar aanleiding van het schijven van heeren Gedeputeerde
Staten van Noordbrabant van 1 Februari 1939,0.Nr.5 R, IIIe Afd.,
in verband met hunne circulaire van 30 November 1938,G.Nr.5»
Ille Afd.,stellen burgemeester en wethouders voor het ambtenaren
reglement en het arbeidsovereenkomstenbesluit voor deze ge
meente, die door verandering in de Dienstplichtwet niet meer aan
de wettelyke voorschriften voldoen,te wyzigen.
De dienovereenkomstig aangeboden ontwerp-besluiten worden
met algemeene stemmen vastgesteld.
VII. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van
het voorschot op de gemeentelyke vergoeding ex art. 101 der
L.O.Wet 1920,over 1939,aan de drie byzondere lagere scholen in
deze gemeente.
By besluit van 22 September 1938,No.2441/1.851.2,is het
bedrag der aan de schoolbesturen uit te keeren vergoeding over
1939 gesteld op 7.- per leerling.
Berekend naar het gemiddeld aantal leerlingen op 16 Januari,
16 Mei en 16 September 1938,bedraagt het voorschot voor de
jongensschool,de meisjesschool en de school te Bosschenhoofd
respectievelyk:
240 x 7.- 1680.-;
242 2/3 x 7.- 1698.66;
187 x 7.- 1309.-.
Met algemeene stemmen wordt conform het voorstel besloten
(besluiten Nos.56, 364 en 670/1.851.2 07-2).
VIII. Daar,ingevolge de wet van 22 Mei 1937 (St.BI.323) de af
rekening met de byzondere scholen t.a.v. de exploitatiekosten
op 31 December 1937 moet hebben plaats gehad,behoort thans een
afrekening te geschieden over de jaren 1934 tot en met 1937»
waarin tevens de vergoeding over 1937 wordt verwerkt.
Het aldus berekende vergoedingsbedrag voor de byzondere
jongensschool,E.4,over de jaren 1934 tot en met 1937 is gesteld
°P 4762.90;het te weinig genotene ad 217.17 wordt vóór 1
April uitbetaald (besluit No.671/1.851.2 07-2).
Voor de R.K.Byzondere meisjesschool,A.49,zyn deze bedragen
resp. 4898.51 en 294.60 (No.672A.851.2 07-2).
Werd by de bepaling der vergoeding over 1937 rekening ge
houden met het door den Minister van OnderwysKunsten en Weten
schappen voor de jongensschool op 5*50 en voor de meisjes
school op 6.- gestelde vergoedingsbedrag per leerling,voor de
school te Bosschenhoofd werd deze teruggevonden uit de middelsom
van de door de gemeenten Hoogeloon,Haelen en Noorbeek voor
instandhouding van het openbaar lager onderwys gedane uitgaven
in 1937zynde 5.19.
De vergoeding voor Bosschenhoofd bedraagt over de jaren
1934 tot en met 1937 3498.70; het te weinig genotenen 298.49
(besluit No.673/1.851.2 07-2) zal worden bybetaald.