-
ht 11
n' 1
'zien I
dus Lij
ui- 1!
-1'
De afwatering te Bosschenhoofd wordt nog ter sprake ge
bracht, waarop de voorzitter van toelichting dient.
De heer Nuijten zegt verwonderd te zijn nu wel tijdig in de
vergadering te kunnen zijn en op 5 September j.l.niet. Spre-
kerzegt de meening te zijn toegedaan, dat hij voor de vergade
ring op 5 September de oproeping niet tijdig heeft ontvangen,
wijl hij anders wel op tijd zou zijn aanwezig geweest.
Nuijten vraagt dan naar ambts-inlichtingen, daar hij van
Gedeputeerde Staten op zijn klacht ten antwoord heeft gekre
gen, dat geen tusschenkomst kan worden verleend, gezien de
ambtsberichten
De voorzitter zegt niet te weten waar zooal is geïnfor
meerd.
De heer Nuijten vraagt dan of het niét mogelijk is om de
oproeping aan zijn militair adres te zenden, waarop de voor
zitter antwoordt, dit kan worden gevraagd aan den secretaris,
die dan wel berj/êd zal worden gevonden daaraan gevolg te ge
ven.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorzitter deze
vergadering met den Christelijken Groet.
De Raad voornoemd,
De voorzitter,
Secretaris
ar
.de
hun
n te
t
ge-
aar
en
e
she
she
en
em-