Openbare vergadering van den Raad.
Maandag 5 December 1938, des namiddags ten 3 ure.
Tegenwoordig: alle leden, met uitzondering van den
beer A.Vissenberg; de burgemeester, voorzitter, en de waar
nemend secretaris.
I. De voorzitter opent de vergadering met den Christ elijken
groet. Het lot, door den voorzitter getrokken, wijst den heer
J.F.Mateus aan om bij voorkomende stemmingen het eerst te stem
men.
II. De ingekomen stukken, vermeld onder de letters a tot en met
e der agenda voor deze vergadering d.d.l December 1938, No.
3322/2.07.51» worden, overeenkomstig de daarbij gevoegde voor
stellen van burgemeester en wethouders, voor kennisgeving aan
genomen.
III. Onder overlegging van het antwoord van het Burgerlijk Arm
bestuur dezer gemeente d.d.8 Aug.38, op het rapport van de com
missie tot onderzoek der rekening van het B.A. over 1937, deelen
burgemeester en wethouders bij hun brief van 2 November 1938,
Nc.3051/1.342.5 mede, dat Ged.Staten van Noord-Brabantblijkens
hun brief van 26 October 1938, G No.86, Afd.III, geen bezwaar
hebben tegen goedkeuring van de rekening 1937 van het Burgerlijk
Armbestuur. Overeenkomstig hun voorstel wordt deze rekening
met algemeene stemmen goedgekeurd, nadat een opmerking van den
heer J.Mateus ten genoege van spreker door den voorzitter is
beantwoord.
IV. Ged.Staten van Noord-Brabant deelen bij brief van 5 October
1938, G No.47, Afd. III, mede, dat zij thans geen bezwaar meer
hebben tegen goedkeuring door den Raad van het besluit van het
burgerlijk Armbestuur dezer gemeente, d.d.2 Februari 1938, tot
wijziging der begrooting van het B.A. over 1937. Overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.10 October'38
No.2821/1.842.5, wordt genoemde begrootingswijziging goedgekeurd
V. Thans is aan de orde het voorstel van burgemeester en wet
houders van 1 December 1938, No.3319/2.07.352,626, tot het aan
gaan van een rekening-courant overeenkomst met de N.V.Bank voor
Nederlandsche Gemeenten te s-Gravenhageover 1939 tot een
maximum crediet van 80.000.-.
Tevens stellen burgemeester en wethouders voor, met genoemde
Bank een kasgeldleening te sluiten over 1939, telkens voor een
termijn van 3 maanden, van 50.000.- tegen 1%, welk bedrag dan
in mindering zal worden gebracht op onze schuld in rekening-
courant.
Overeenkomstig beide voorstellen wordt besloten.