i I '1 I 3 I VI. Aan de orde is het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling der begrooting van inkomsten en uitgaven over het dienstjaar 1938. De voorzitter vraagt of iemand van de gelegenheid wenscht gebruik te maken tot het houden van algemeene beschouwingen. Het lid Vissenberg zegt gezien te hebben, dat een bedrag v an 1500.- is uitgetrokken voor verbouw der veldwachterswoning, Dorp. Spreker heeft geen bezwaren tegen verbouw, doch vindt het uitgetrokken bedrag nog al hoog. De voorzitter zegt, dat het hier gaat om plaatsingsmogelijk heid voor man, vrouw en 10 kinderen, waartoe thans de woning geen voldoende gelegenheid biedt. Hoofdzaak is dus niet verbouw, maar uitbreiding. Het lid Brans zegt, dat bij de raming der werkloosheidsuitgaven' is uitgegaan van een werkloozencijfer van 220, derhalve 30 minder I dan verleden jaar. Spreker vraagt of een dergelijke vermindering niet al te gewaagd is. De voorzitter meent, dat, gezien de werkelijke cijfers van ver- leden jaar, deze vermindering niet te hoog is. Het lid Brans spreekt verder de hoop uit, dat in de toekomst verbetering van steunbedragen zal worden verkregen in verband j met de stijging van den levensstandaard. Niemand stemming verlangende, wordt de begrooting 1938 zonder hoofdelijke stemming met algemeene stemmen vastgesteld als aan geboden. VII. De begrooting van inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het dienstjaar 1938 is slechts sluitend kunnen krijgen door de ramingen daarop aan Rijksonderstand ten bedrage van 24.959,73, aan extra-bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefondsten bedrage van 16378.86 en aan eene belasting-bijdrage ad 7357.4-2. Waar om voor de hiervoor genoemde bijdragen in aanmerking te komen, daartoe vóór 1 Januari 1938 de desbetreffende aanvragen moeten zijn ingediend, stellen burgemeester en wethouders bij hun advies d.d. 23 Augustus 1937»no.2212/2.07.352.11, voor daaetoe over te gaan door vaststelling der nevens hun advies gevoegde concept-brieven. Niemand het woord hieromtrent verlangende, worden met eenpari- gen stemmen, zonder hoofdelijke stemming, vastgesteld de concept brieven nos.2209, 2210 en 2211/2.07.352.11. Vila. Ingaande 28 Mei 1937 heeft de Lager Onderwijswet 1920 op di verse punten ingrijpende veranderingen ondergaan. Moest tot, dusverre voor de uitkeering der vergoeding per leer-5 ling aan de besturen der byzondere scholen in deze gemeente, wor den genomen het gemiddeld bedrag per leerling van de kosten over hetzelfde dienstjaar der overeenkomstige openbare lagere scholen in eene gelijksoortige gemeente, met ingang van bovengenoemden datum is art.101 der L.O.wet 1920 dusdanig gewijzigd,dat,ingevolge het vijfde lid, in gemeenten, waar geen openbare school voor ge woon onderwijs bestaat, de gemeenteraad jaarlijkstegelijk met het

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1937 | | pagina 27