terwijl men thans voor enkele centen gebruik kan maken van een
prima staat verkeerenden weg, waarop de heer Mateus zegt men
daarvoor wel wat mag over hebben.
De heer Oomen maakt van zijne meening een voorstel,hetwelk
alleen wordt gesteund door den heer Brans, zoodat het niet
voldoende gestemd, niet in stemming wordt gebracht en wordt
het kohier,als aangeboden,vastgesteld, terwijl tevens de richt
lijnen voor de wijziging der baatbelasting van de Gorsschestraal
worden vastgelegd.
XVIII. De notulen der vergadering van 16 Maart 1937» welke ter
inzage hebben gelegen, worden met eenparige stemmen,zonder
hoofdelijke stemming, vastgesteld.
Niets meer te behandelen zijnde vraagt de voorzitter of
nog iets te vragen is, waarop de heer Verschuren informeert
naar de verlichting der Gorsschefetraat. De Voorzitter zegt,
dat volgens de indertijd gedane offerte door de gemeente een
nog al groot bedrag zou moeten worden bijbetaald, waarop niet I
kan worden ingegaan. ZijnSd. zegt toe, dat burgemeester en
wethouders nogmaals hun best zullen doen voor de verlichting
van het Gors H
De heer Oomen informeert naar het toezicht op de naleving
van artikel 58 der Drankwet. Het is hem n.1. bekend, dat de
naleving daarvan op enkele plaatsen nog tekort schiet.
Spreker, informeerende naar het standpunt van burgemeester
en wethouders zoo iemand aanwijzing vraag u van personen voor
den erwtenpluk en het daarvoor uit te betalen loon,wordt
door den Voorzitter naar genoegen ingelicht.
De heeren Oomen en Brans hebben bezwaren tegen het doen
stempelen door kinderen,wijl velen van hen daar sceptisch
tegenover staan.De heer Brans kent ook geen enkele gemeente
- buiten Hoeven - waar dat gebeurt. De Voorzitter zegt, dat I
daaraan bezwaren kleven,welke door de werkloozen zelf zijn
op te heffen. Wanneer n.1. de inkomsten goed werden opgegeven
zou van een dergelijke maatregel kunnen worden afgezien en
dat goede invulling der inkomstenbriefjes een eerste vereisch
te is. Door het doen stempelen ook der kinderen krijgt men een
veel ruimder en beter overzicht.
Wethouder Dekkers zegt geen voorstander te zijn van het
doen stempelen door kinderen en deelt mede twee gezinnen te
kennen, waarvan de meisjes niet komen stempelen. Spreker
vraagt dan of de ouders druk kunnen uitoefenen om te gaan
stempelen, waarop de voorzitter antwoordt, datnhet solidari
teitsgevoel door niet z'n plicht te voldoenm,wordt geschaad.
De heer Oomen kan er zich niet mee vereenigen, dat per
sonen, die hun inkomsten steeds goed hebben opgegeven, zoo
worden gestraft, althans het stempelen door de jeugdige werk
loozen wordt als "straf" aangevoeld.
Dit vernemende zegt de voorzitter toe, dat deze aangelegen!