2^3
De heer Jongeneelen stelt dan voor het verzoek in te willigen,?
waarna de voorzitter nadere uitlegging geeft.
Nadat de heer Jongeneelen nog heeft gevraagd wat zal gebeuren
zoo hy het pleit by den Raad van Beroep wint,waarop de voorzitter
antwoordtdat hy dan eene navordering krygt en de heeren Brans
en Oomen het voorstel Jongeneelen hebben gesteund wordt tot
stemming overgegaan.
Het voorstel van burgemeester en wethouderszynde van de
verste strekking,wordt in stemming gebracht.
Voor dit voorstel stemmen de heeren Vissenberg,Mateus
Laurysse,Dekkers,Janssen en Huysmans;ertegen stemmen de heeren
Verschuren,Brans,Jongeneelen en Oomen,zoodat het voorstel van
burgemeester en wethouders met 6 tegen 4 stemmen is aangenomen.
Va. Dit punt,aan de agenda toegevoegd,is het voorstel van burge
meester en wethoudersno.1178,d.d. heden,om over te gaan tot le
vaststelling van het concept-besluit no.H79,waarby het belasting
bedrag van 35.-,voorkomende onder artikel 31 undeciesletter c,
der wet op de personeele belasting 1896,wordt vervangen door
10.-,welk bedrag ook voor de andere in de gemeente voorkomende i.
biljarts als grondslag geldt.
Naar aanleiding der vraag van den voorzitter of iemand der
heeren hieromtrent het woord verlangtvraagt de heer Oomen of 3
het biljart in het parochiehuis zoo zwaar is belast als de
biljarts in de cafë's in de gemeentewaarop de voorzitter ant
woordt, dat het momenteel juist 3? x zoo zwaar belast is.
Waar het biljart in het parochiehuis bereids is opgeruimd en 1
zal worden herplaatstzoo het belastingbedrag is verminderd,
vraagt de heer Vissenberg of men niet beter is met een half ei
dan een leegen dop.Hy is dan ook voor het voorstel van burge
meester en wethouders
Met eenparige stemmen wordt,zonder hoofdelyke stemming,het
concept-besluit no.1179/1.714.31 vastgesteld.
VI. By hun advies no. 1156/1.714.38,d.d. 5 Mei 1936,bieden burge
meester en wethouders ter vaststelling aan het tweede suppletoir
kohier van de hondenbelasting over 1935,ten bedrage van 1.75.
De heer Vissenberg zegt,dat het kohier onvolledig is,er meer
namen op moeten voorkomen en hy er zich niet mee kan vereenigen.
Hierop antwoordt de voorzitter,dat burgemeester en wethouders
de namen op het kohier brengen,dat de raad er namen kan byvoegen,
maar ook ervan afvoeren.ZyhEd. geeft dan als voorbeeld een jacht
hond en een hond,die in dressuur is voor het certificaat en zegt,
dat burgemeester en wethouders van oordeel zyn deze honden in
klasse B thuis hooren.
D@ heer Vissenberg vraagt of de voorzitter ervan overtuigd is,
dat een jachthond nog niet buiten den jachttyd losloopt en zegt
er niet.mede accoord te kunnen gaan,hetgeen den heer Mateus doet
opmerken,dat er byna geen verordening is,welke zoo wordt over
treden als de verordening op de heffing van hondenbelasting. 1