-
UL
held, t.w. dat een ambtenaar ter secretarie, niet in het bezit
van het diploma A, geen "vakmensch" zou zijn.
De heer Vissenberg is het met dien uitleg niet geheel eens.
Hij zegt, dat artikel 125 van het ambtenarenreglement van het
Rijk niet zulke zware eischen stelt. De voorzitter zegt, dat
door hem bedoeld wordt artikel 125 der Ambtenarenwet, welk ar- rj
tikel de te stellen eischen overlaat aan de organen, die benoe
men.
De heer Brans zegt, dat in de vero rdening veldwachters voor-
komt de bepaling, dat een veldwachter benoemd kan worden, al of
niet in het bezit van een diploma. Hij vindt daarom den eisch
van het diploma in het ambtenarenreglement te scherp.
Hierop zegt de voorzitter, dat slechts éénzelfde soort examen
bestaat voor de gemeente-ambtenaren, terwijl zullks bij de politie
niet het geval is. Daar kennen we 4 soorten diploma's en wordt
het verschil moeilijk.
Het voorstel Vissenberg, in stemming gebracht, geeft tot uit
slag, dat het met 6 tegen 5 stemmen wordt aangenomen.
Tegen het voorstel stemden de heeren Dekkers, Mateus, Janssen,
Mannien en Laurijsse, terwijl vóór het voorstel stemden de heeren
Huijsmans, Brans, van Oosterhout, van de lindeloof, Jongenelen
en Vissenberg.
In artikel 5 van het ambtenarenreglement zullen alzoo worden
geschrapt de woorden "gemeente-ontvanger en ambtenaar van den
burgerlijken stand", terwijl verder het ambtenarenreglement, als
aangeboden, opnieuw wordt vastgesteld, onder intrekking van dat,
vastgesteld in de vergadering van 21 September 1934.
XII. Onder overlegging van drie concept-raadsbesluiten, genummerd
375» 376 en 377» n.1. voor elk der alhier gevestigde scholen
één, stellen burgemeester en wethouders voor door vaststelling
daarvan over te gaan tot de afrekening over het «jaar 1933 en de
eindafrekening over het driejarig tijdvak, loopende van 1 Janu
ari 1931 tot en met 31 December 1933» der vergoeding als be
doeld in artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920.
De heer Vissenberg vraagt of 't drie jaar betreft,welke vraag
bevestigend wordt beantwoord,waarna de concept-besluiten nos.
375»376 en 377/1.851.2 07-2 me^ eenpanige stemmen,zonder hoofde-
lyke stemming,worden vastgesteld.
By deze besluiten is onder 30 bepaald,dat het te weinig ge
noten bedrag,zynde 199.76 voor de byzondere school "St.
Bernardus",/ 179.44 voor de byzondere Meisjesschool,Dorp en
128.51 voor de byzondere school,te Bosschenhoofd,zal worden
uitgekeerd vóór of op 1 April 1935»
XIII. Onder overlegging eener aanvrage van de schoolbesturen der
alhier gevestigde byzondere scholen om voorschot op de gemeente-
lyke vergoeding overeenkomstig artikel 101 der Lager Onderwys-
wet 1920,ten behoeve van de onder ieder dier besturen staande
scholen,bieden burgemeester en wethouders ter vaststelling aan tJ
ontwerp-raadsbesluiten,nrs.387,388 en 389/1.851.207-2'waart,y*