tóf I
In verband met bet schrijven van heeren gedeputeerde staten
van dit gewest,d.d. 31 October 1934,G.nr.410,Hie Afd.stellen
burgemeester en wethouders bij hun advies no. 2387/2.08 voor enke
le wijzigingen in het ambtenarenreglement dezer gemeente aan te
brengen.
Voor wat betreft de korting op het salaris, verband houdende
met den tijd, welke wordt besteed aan andere dan secretarie-werk
zaamheden, zegt de voorzitter, moet het algemeen belang worden
bezien. Wanneer die andere werkzaamheden b.v. 1/10 of meer van -
den werktijd van den ambtenaar in beslag nemen, dan vindt hij kor-f
ting redelijk. Z.i. moeten de ambtenaren ook wonen in de gemeente
wijl door het daarbuiten wonen diverse door den ambtenaar te be
talen belastingen gedorven worden. Hiervan moet echter weer a
ontheffing kunnen worden verleend, doch voor den ambtenaar moet Le
een prikkel aanwezig zijn om zich zoo dpoedig mogelijk in de ge
meente te vestigen, waarom de voorgestelde korting voor dat ge
val noodzakelijk is.
De heer Vissenberg zegt zich met die zienswijze goed te kunnen
vereenigen zoowel wat betreft de tóe te passen korting bij neven-at
betrekkingen als het wonen buiten de gemeente, daar dit z.i. a
eerder na*dan voordeel oplevert.
De heer Vissenberg gaat verder en zegt, dat hij in artikel 5
de woorden "gemeente-ontvanger eh ambtenaar van den burgerlijken
stand" geschrapt zou willen zien.
De voorzitter vraagt of iemand het voorstel van den heer
Vissenberg steunt. t,
De heeren Brans en Jongenelen steunen het voorstel.
De heer Vissenberg zegt dan, dat er in de gemeente personen
zijn met akten in hun zak, doch niet precies de in het ambtenaren
reglement genoemde akte, zoodat die personen niet voor eene
eventueele benoeming in aanmerking kunnen komen.
De heer Brans gaat uit van het standpunt, dat het kan voor- 3
komen, dat b.v. de oudste jongen van een gezin ambitie heeft
voor de studie, maar de ouders kunnen die studie niet bekosti
gen, zoodat zoo iemand door de bepaling in het ambtenarenre
glement wordt gehandicapt. S
Hierop zegt de voorzitter, dat dit in strijd is met de nieuwe
verordening, waarin men voor een bepaald beroep zeer zeker de 3~
noodige vakbekwaamheid zal eischen, als b.v. in de gemeente-ad-
f
ministratie minstens het diploma A.
Zoo de gemeentewet de eischen nader zou gaan omschrijven, zou
den zij z.i. veel zwaarder zijn. Hij' zegt dan de heeren niet goed
te begrijpen, daar zij allen spreken over de positie van ontvan
ger, ambtenaar ter secretarie en ambtenaar van den burgerlijken
stand, terwijl toch de eischen voor allen gelden.
Dit, zoo zegt hij, impliceert de zaak. Zoo het mogelijk zou
zijn een ontvanger te benoemen, gecombineerd met ambtenaar ter
secretarie en ambtenaar van den burgerlijken stand, niet in het
bezit van het bewuste diploma, zoud de geheelde zaak op losse
schroeven worden gezet en zou men kunnen komen tot een dwaas
heid