ontvanger.
De secretaris-plaats is bereids vervuld. Uwe keuze zal blijken
goed te zijn geweest.
Deze.eerste vergadering des jaars zal voorzien in de vacante
ontvangers betrekking. -
Vertrouwd wordt, dat zij in het waarachtig belang der gemeente c
Hoeven door een uiterst bekwame kracht zal worden bezet.
Wanneer men dit alles hoort, zou men zoo denken:"Het gaat
nogal met de gemeente Hoeven", doch in feite is zulks niet het
geval. Financieel zit zij door de werkloosheid in den put.
Men neemt m.i. helaas die werkloosheid, in het algemeen, niet
zwaar genoeg.
Het is een vraagstuk, dat niet alleen de materieele, maar
ook de moreele belangen dezer gemeente raakt.
De ellende der werkloosheid valt moeilijk te definieeren.
De arbeider, die werken wil,werken kan en werken moet, omdat
dit zijn eenigst bestaansmiddel is, maar nergens gelegenheid tot
werken vindt, geraakt tot wanhoop. Denk aan den huisvader, die
voor de zijnen het brood wil verdienen, doch machteloos staat,
wanneer zijn kinderen smeeken om een boterham en zijn vrouw geen
kans meer ziet, om de schamele kleeding nog verder bruikbaar te
maken of de woninghuur te betalen.
Denk aan den jbngeman, die al zijn levensidealen ziet verloren
gaan nu de werkplaatsen voor hem gesloten zijn en hem het gevoel
wordt opgedrongen, dat zijn streven, zijn arbeid, zijn krachten
en talenten voor de maatschappij overbodig geworden zijnl
Zelfs heiligen zouden in zulke omstandigheden tot vertwijfe
ling komen.
Was de moderne geesel der werkloosheid dan ook vroeger bekend
geweest, hij zou ongetwijfeld door ons aller Moeder, de H.Kerk,
bezorgd als Zij is over alle nooden Harer kinderen, zijn genoemd
in de litanie van alle heiligen, waarin wij bidden:
"Van pest, hongersnood en oorlog, verlos ons Heer".
De ramp der werkloosheid heeft alhier een verschrikkelijker
omvang aangenomen. In 193^ waren er gemiddeld 385 doorloopend
volledig werkloozen en er wordt getwijfeld of allen zich wel
steeds opgaven.
Dit is bijna een tiende onzer bevolking, maar van onze valide
bevolking, dus ouden van dagen, gebrekkigen en kinderen beneden
de 14 jaar niet mede garekend, is het een vijfde en gerekend over
onze gezinshoofden is het meer dan de helft.
Het is dus geen wonder, dat het vraagstuk van werkverschaffing
door werkverruiming en werkbehoud de grootste aandacht had van
het gemeentebestuur.
ïïr is geen andere verklaring voor te vinden dan de bijzondere yp
zegen van den Almachtige, dat het in 193^ gelukte immer werk te
kunnen verschaffen en niet tot steunuitkeering behoefde te wor-
den overgegaan. Hierna sluit de voorzitter zijn rede met de
woorden:"voor deze groote gunst kunnen wij Gode dankbaar zijn,
Dat j