'U
heer Jongeneelen,waaraan de heer Vidsenberg wil toevoegen
Hij,die er NIET van BEHOEFT te profiteesen
De heer van Oosterhout zegt ter plaatse niet bekend te
zijn.Hij vraagt daarom,ofals iemand daar grond koopt,op het
Gors kan komen,waarop hij een bevestigend antwoord ontvangt,
Hij vindt het dan ook belachelijk om er over te praten.
De heer Vissenberg zegt dan,dat hij tegen de baatbelas
ting der Gorsschestraat is,hetgeen den Voorzitter doet op
merken, dat hij zelf toch de belasting heeft mede vastgesteld.
Hierna wordt het kohier zonder hoofdelijke stemming,met
de stem van den heer Vissenberg tegen,vastgesteld en be
paald, dat de aanslagen moeten zijn betaald vóór 1 September
1935.
XVII Naast hun advies No.1381/1.714.38,d.d.25 Juni 1935,bieden
burgemeester en wethouders den raad ter vaststelling aan het
kohier van de hondenbelasting dezer gemeente over het dienst
jaar 1935 ten bedrage van f 856.25,met verzoek te bepalen,
dat de betaling moet geschieden in één termijn,vervallende
1 September 1935
Dit kohier wordt met eenparige stemmen,zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld en bepaald,dat de aanslagen moeten zijn
betaald vóór 1 September 1935.
XVIII. Bij hun advies No. 1395/1.714. ,d. d. 25 Juni 1935, stellen
burgemeester en wethouders,onder overlegging van een schrijve]
met bijlagen,d.d.17 Mei 1935,van Chr.Schalken,aangewezen als
ambtenaar voor de beteekening van stukken betreffende vervol
ging ter invordering van plaatselijke belastingen,voor de in
dat schrijven vermelde posten,betrekking hebbende op het
dienstjaar 1935,oninbaar te verklaren.
Zonder op- of aanmerkingen wordt met eenparige stemmen,
zonder hoofdelijke stemming,besloten als voorgesteld.
XTX. Aan de orde is punt XIX der agenda Onderzoek geloofs
brieven der nieuw benoemde leden van den raad,welke geloofs
brieven burgemeester en wethouders nevens hun advies No.
1394/2.07.51 d.d.25 Juni 1935,den raad ter onderzoek aanbieder
Op voorstel van den voorzitter wordt overgegaan tot benoem
ming van een Commissie van onderzoek,waartoe worden aangewe-
zen de heeren Jongeneelen,Vissenberg en Huijsmans.De Voorzit
ter schorst voor den duur van het onderzoek de vergadering.
Wanneer de voorzitter de schorsing opheft,zegt de heer
Vissenberg,die als rapporteur der commissie optreedt,van alle
elf de nieuw benoemde leden de geloofsbrieven in orde te heb
ben bevonden.
Vissenberg wil echter nog één vraag stellen,m.1.of het
nieuw benoemde lid Jochems niet is een geboren Belg,waarop
de Voorzitter zegt,dat de heer Vissenberg zich foutief uit
drukt, daar Joch ms is een in Belgie geboren Nederlander.
De