Vóór stemmen de leden Vissenberg, Brans, van Oosterhout,
van de Lindeloof en Jongeneelen, tegen stemmen de leden
Janssen, Mateus, Dekkers, Huijsmans, Mannien en Lauwerijssen.
Het stuk van de werkcommissie uit de Moderne Vakbeweging
voor de bestrijding van de werkloosheid in Noord-Brabant, te
Eindhoven, daarin de medewerking van den Raad verzoekende
voor de uitvoering van de in de bij dat schrijven ontvangen mo
tie, aangenomen in hare vergadering op Zondag 11 Februari 1934
te Eindhoven gehouden, vervatte conclusies, door burgemeester
en wethouders overgelegd bij hun advies, dd. 16 Maart 1934,no.
512/1.836.1, letter m van punt II der agenda, heeft de bijzon
dere aandacht van den heer Brans getrokken en is hem sympa
thiek, n.l. uitkeering van loonen aan jeugdige werkloozen, wan
neer zij bijvoorbeeld konden samenwerken met vader.
De Voorzitter zegt, dat hierover reeds vroeger te doen is
geweest, b.v. door beoefening van huisnijverheid, terwijl de
commissie voor werkverruiming daarin ook reeds eerder de hand
heeft gehad en over geschreven heeft.
Bij hun advies,no.817/1.791.12, dd. 16 Maart 1934, deelen
burgemeester en wethouders mede, dat het ter verkrijging van
eene goede afwatering van de Zwarte Sloot en het Vaartje in de
Lage Zegge onder deze gemeente gewenscht is deze twee water
leidingen te verbeteren.
Waar eene afdoende verbetering alleen is te bereiken, in
dien wordt overgegaan tot ruiling van grond met den heer P.J.
Jansen, alhier, die met zijne perceelen gelegen is langs ge
noemde waterloopen en genegen te ruilen, stellen burgemeester
en wethouders den Raad voor het nevens hun advies overgelegd
concept-besluit,no.752/1.791-12, vast te stellen.
De Voorzitter deelt als aanvulling van het advies nog mede,
dat omlegging van de Zwarte Sloot en Vaartje noodig bleek,
doch waar van deze zaken geen nummers bestonden, kon men i>p
het kadaster niet de noodige veranderingen aanbrengen, zoodat
nu daarvoor een besluit behoort te worden genomen.
Wethouder Mateus zegt voor de onderwerpe Hjke verlegging op-
rdacht aan de Heide Maatschappij te hebben gegeven.
De heer Vissenberg is zich ter plaatse gaan overtuigen, doch
wie zou er erg in hebben, als men de stukken leest en men daar
in van afpaling spreekt, dat alles zoo ver gevorderd is; palen
b.v. zag hij nergens staan; het werk was al klaar.
Het aangeboden besluit, no.752/1.791.12, wordt hierna met al-
gemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Nevens hun advies, dd. 12 Januari 1934,no.463/1.518.2, leg
gen burgemeester en wethouders den Raad over een adres, dd.
Januari 1934, van het Hoofdbestuur van de Hanze in het Bisdom
Breda, betreffende het tegengaan van het euvel der z.g.
"uitponderij".