Openbare vergadering van den Raad.
Vrijdag 13 April 1934, des namiddags om 4 uren.
Tegenwoordig: alle leden, de Burgemeester, Voorzitter en
de Secretaris.
De Voorzitter opent de vergadering met den Christe lijken
Groet.
Het lot, door den Voorzitter getrokken, wijst den heer Vis
senberg aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst te stemmen.
De ingekomen stukken, vermeld onder de letters a tot en met
g en de letters i tot en met p van de agenda voor deze verga
dering, dd. 10 April 1934,no.812/2.07.51, worden overeenkomstig
de daarbij gevoegde adviezen van burgemeester en wethouders met
algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming, voor kennisge
ving aangenomen.
Ten aanzien van letter h van dit punt, zijnde advies van
burgemeester en wethouders, dd. 12 Februari 1934,no.271/1.836.1,
daarbij overleggende een schrijven, dd. 27 Januari 1934, van het
bestuur der R.K. Werkliedenvereniging, alhier, waarbij zij aan
bieden de op de vergadering dezer werkliedenvereniging, dd.
24 Januari 1934, aangenomen motie inzake de verlaging van het
uurloon in de werkverschaffing van 24 op 22 cent, wenscht de
heer Brans op te merken, dat, wanneer hij het daarbij overgelegde
stuk goed heeft gelezen, de verlaging van het uurloon van 24
op 22 cent in de werkverschaffing zou geschied zijn op advies
van het bestuur van het waterschap de Gecombineerde Hoevensche
Beemden, wat zijns inziens te betreuren is, al is het dan ook
bedoeld voor de werkverschaffing.
Bij het bepalen van de loonen in de werkverschaffing zegt de
heer Brans, wordt rekening gehouden met het loon in het vrije
bedrijf en omdat dit nu voor Hoeven minder is dan 24 cent, moet
dat in de werkverschaffing de laagte in.
Volgens den heer Brans moet er evenwel bij het bepalen van het
loon rekening mede worden gehouden met het feit, dat in norma
le omstandigheden de meeste arbeiders, die in Hoeven woonachtig
zijn, elders gaan werken en wel in die plaatsen, waar de loonen
hooger zijn dan in Hoeven, daar deze bij contract zijn geregeld.
Waar nu het loon is vastgesteld zonder eenig organisatorisch
verband en maar uitbetaald wordt zonder eenig overleg, meent
de heer Brans, dat het bestuur der Beemden gevaarlijke wegen
heeft bewandeld en vraagt zich af hoe de wereld er uit zou zien
als allen zoo deden.
De heer Brans is de meening toegedaan, dat verlaging van het
loon berust op onjuiste gegevens; in de gemeente Rucphen b.v.
is het loon in werkverschaffing nooit lager dan 0.24 geweest
en