aan het Burgerlijk Armbestuur geschiedt.
De heer Vissenberg zegt, dat het zijn bedoeling is om de aan
dacht van het armbestuur te vestigen op de te hoog berekend
wordende prijzen en zou willen, dat in den vervolge bonnen wer
den afgegeven voor leverantie van artikelen tegen den dan gel
denden prijs.
Verder merkt de heer Vissenberg op, dat er bonnen zijn afge
geven, geschreven met podlood. Liever zag hij, dat deze met
inkt werden ingevuld.
Ook was hij van meening, dat alleen inwoners van Hoeven wer
den bedeeld, terwijl hij toch diverse bonnen had gezien, afgege
ven aan een persoon, niet—inwoner van Hoeven zijnde.
Hierop zegt de voorzitter, dat dit een zeer precaire kwestie
is, n.l. de armlastige wordt,ingevolge de armenwet, onder
steund door de gemeente, waar de armlastige zich bevindt. De
ondersteunende gemeente kan dan, zoo zij meent, dat afschuiving
van den armlastige heeft plaats gehad, de kosten op de gemeente^
die heeft afgeschoven, verhalen.
Nog zegt de heer Vissenberg er niet op tegen te zijn, dat
menschen worden bedeeld, diet het noodig hebben, maar dat per
sonen, die worden bedeeld, aansluiten aan de radio-centrale,
daar is hij wel op tegen. 3
Hierop zegt de voorzitter, dat zich alhier een dergelijk ge
val heeft voorgedaan, doch dat de bonnen eerst werden afgege
ven op advies van den dokter.
De heer Mateus zegt hierna, dat armmeester spelen één der
moeilijkst te vervullen functies is.
Daarna wordt de rekening zonder hoofdelijke stemiaing goedge
keurd, waarvan op de beide overgelegde exemplaren melding zal
worden gemaakt.
Wethouder Dekkers heeft zich bij dit punt, als zijnde voorzit
ter van het betrokken armbestuur, van medestemmen onthouden.
IV. Aan de orde is de behandeling der begrooting van inkomsten en"
uitgaven dezer gemeente voor het dienstjaar 1935, bij hun ad
vies, dd. 30 Juli 193^»no.1982/2.07.352.11, door burgemeester
en wethouders den raad aangeboden, teneinde deze in handen te
stellen der commiisiö van onderzoek, welke daarvoor werd aan
gewezen in de raadsvergadering dd. 20 Augustus 1934.
De voorzitter geeft gelegenheid tot het houden van algemeene
beschouwingen. Niemand dienaangaande het woord verlangende
geeft de voorzitter toelichting omtrent de voornaamste posten,
in de begrooting voorkomende, waarna de vergadering eenparig,
zonder hoofdelijke stemming, besluit de onderwerpelijke begroo-
tipg vast te stellen volgens het advies en het uitgebracht
rapport der commissie voornoemd.
Vervolgens machtigt de vergadering burgemeester en wethouders
met