120
Spoedeischende openbare vergadering van den Raad.
Maandag 22 Januari 1934» des namiddags om drie uren.
Tegenwoordig: alle leden, de burgemeester, Voorzit
ter en de Secretaris.
I. De Voorzitter opent de vergadering met den Christelijken
Groet.
Het lot, door den Voorzitter getrokken, wijst den heer
Jongeneelen aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst
te stemmen.
De Voorzitter wenscht de leden der vergadering een ge
lukkig en voorspoedig 1934, waarna ZijnEd. wijst op den
grooten omvang, die de huidige crisis heeft aangenomen en
alle standen treft. ZijnEd. noemt van groote beteekenis de
te verwachten uitkomsten van de werken in de Gecombineer
de Hoevensche Beemden, welke uitkomsten in 1933 met cir
ca 85000.- bruto zijn gestegen.
Van de belastinginspectie heeft de Voorzitter vernomen,
dat het gemiddeld inkomen der aangeslagenen in deze ge
meente is gestegen, niettegenstaande de daling in het aan
tal aanslagen, hetgeen is toe te schrijven aan de uitkom
sten van de ontginningen in de Gecombineerde Hoevensche
Beemden.
Opsommende de cijfers' van den loop der bevolking in 1933
wijst de Voorzitter op het accres van het bevolkingscijfer,
hetwelk 1 Januari jongstleden bedroeg 4-074; de stijging
in het bevolkingscijfer is evenwel niet te wijten aan het
verschil in vestiging en vertrek, doch alleen aan het ge
boorte-overschot.
De voorziening in 1934 in de kosten als gevolg van de
werkloosheid zal van het Rijk een goede 70000.- eischen,
wat wel zeer is te betreuren voor de betrokkenen, die van
den eenen dag in den anderen moeten worden geholpen. Dit
laatste doet den Voorzitter ook wijzen op den steun B van
het crisis-comité, wat zeer voordeelig voor de gemeente
is.
Het lijkt den Voorzitter alles zeer somber, zelfs de
autonomie is te loor gegaan, zoodat men als 't ware'zich
zelf niet meer beheert en gedwongen wordt te doen wat
anderenwillen.
Ziet men naar de crisis in de industrie zou men zeggen,
dat deze daar haar hoogtepunt heeft bereikt, hetgeen de
Voorzitter de hoop doet uitspreken, dat 1934 ook aan den
landbouw den gewenschten vooruitgang zal geven.
II. Aan de orde is het aangaan eener kasgeldl'eening met
het Rijk.