Openbare vergadering van den Raad.
Maandag 20 Augustus 1934, des namiddags om drie uren.
Tegenwoordig: alle leden, de burgemeester, voorzitter en
de heer Vergouwen, die door burgemeester en wethouders in hunne
vergadering van 14- Augustus j.l. ingevolge het bepaalde in
artikel 36 van het reglement van orde voor de vergaderingen
van den Raad is aangewezen om den secretaris - wegens ziekte
verhinderd deze vergadering bij te wonen - te vervangen.
I. De Voorzitter opent de vergadering met den Christelijken
Groet.
Het lot, door den Voorzitter getrokken, wijst den heer J.F.
Mateus aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst te stemmen.
jj4 Aan de orde is de beeediging van den heer Vergouwen, als
loco-secretaris, die in handen van den voorzitter aflegt de
eeden, voorgeschreven in artikel 71, tweede lid, en artikel
107 der gemeentewet.
De voorzitter zegt, dat de heer Vergouwen in de vergadering
van burgemeester en wethouders van 14 Augustus j.l. is aange
wezen als loco-secretaris, waaruit mag worden opgemaakt, dat
hij wel voor die taak berekend is, terwijl de heer Kouters in
zijne functie van gemeente-ontvanger, als dragende daarvoor
zelf de verantwoordelijkheid, den heer Vergouwen als waarne
mend-ontvanger aanwees.
III. De ingekomen stukken, vermeld onder de letters a tot en
met q van de agenda voor deze vergadering,dd. 16 Augustus
1934,no. 1715/2.07«51» worden overeenkomstig de daarbij gevoeg
de adviezen van burgemeester en wethouders met algemeene stem
men, zonder hoofdelijke stemming, voor kennisgeving aangenomen.
Ten aanzien van punt h, zijnde het besluit van gedeputeerde
staten van dit gewest, machtigende tot het ontvangen van di
verse inkomsten en het doen van verschillende betalingen,
vraagt de voorzitter de machtiging van den raad tot het doen
van uitgaven buiten de begrooting, speciaal doelende op het
uitgestooten bedrag, welke gevraagde machtiging met eenparige
stemmen, zonder hoofdelijke stemming wordt verleend.
In verband met het adres van de afdeeling Breda en Omstreken
van den Nederlandsehen Bond van koffiehuishouders, betreffende
verlaging der personeele belasting, genoemd onder letter q der
agenda en waarover verschillende leden het woord voerden,
zegt de voorzitter toe nogmaals op het Departement van Finan
ciën te zullen informeeren of het niet mogelijk is het aantal
opcenten op de hoofdsom der personeele belasting in deze ge
meente te verlagen.
I?. Bij hun advies, dd. 1 Juni 1934,no. 1114/1.842.15, bieden
burgemeester