!U
IX. Op voorstel van den Voorzitter, namens burgemeester en wet
houders, wordt met eenparige stemmen, zonder hoofdelijke stem-
ming, vastgesteld het besluit no.926/2.07.352.11, tot wijziging
der gemeentebegrooting voor 1933.
Eveneens wordt op voorstel van als boven, na toelichting
door den Voorzitter aan de hand van gegevens met algemeene
stemmen, zonder hoofdelijke stemming, vastgesteld het besluit
no.929/2.07.352.11, tot wijziging der gemeentebegrooting 1933
en burgemeester en wethouders ten aanzien van deze twee be
sluiten gemachtigd eventueele aanmerkingen ter zake te beant
woorden en noodig gebleken wijzigingen daarin aan te brengen.
X. Bij hun advies, dd. 16 Maart 1934,no.520/1.719.521, bieden
burgemeester en wethouders den Raad aan het schrijven, dd. 24
Februari 1934/17 Maart 1934,G.nr.3,IVe Afdeeling, van Heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie, toezendende den brief
van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken, die het in
verband met de noodlijdendheid dezer gemeente, noodig oordeelt,
het vergunningsrecht tot het maximum van 12.50 op te voeren.
Met het oog hierop stellen burgemeester en wethouders den
Raad dan ook ©ok voor aan den wensch van den Minister te vol
doen door over te gaan tot vaststelling van het nevens hun
advies gevoegd ontwerp-besluit no.2022/1.719.521.
De heer van de Lindeloof vindt het treurig het vergunnings
recht te verhoogen nu de cafés achteruit gaan.
De Voorzitter zegt, dat verhooging van het recht alleen
plaats heeft bij verhooging van de schattingswaarde der cafés.
Het aangeboden ontwerp-besluit no.2022/1.719.521, wordt
hierna met algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming,
vastgesteld.
XI. De bij dit punt bedoelde wijziging der gemeentebegrooting voor
het dienstjaar 1934 wordt uitgesteld tot eene volgende verga
dering.
XII. Burgemeester en wethouders doen bij hun advies, dd. 28 Decem
ber 1933no.2394/1.714.31den Raad toekomen een schrijven,
dd. 27 December 1933 van C. van de Lindeloof, wonende Klink-
straat D.38, te Oudenbosch, waarbij deze bezwaar maakt tegen
zijn aanslag in de baatbelasting der Gorsschestraat.
Adressant overweegt in zijn bezwaarschrift, dat de gronden
in het betrekkelijk aanslagbiljet genoemd, n.l. G 48, wel ge
legen zijn onder deze gemeente, doch noch grenzen, noch uitwe
gen aan openbare wegen.
Daar volgens burgemeester en wethouders hiernaar echter niet
beoordeeld wordt of iemand al dan niet belastingplichtig is,
stellen zij voor afwijzend op bovengenoemd bezwaarschrift te
beschikken.
De