Gedeputeerde Staten konden zich hiermede niet vereenigen.
Zij zijn met den Hoofdingenieur van den provincialen waterstaat
van oordeel, dat het financieel offer, hetwelk van gemeentewe
ge door de uitvoering van rioolleering en trottoir gevraagd
wordt, hij lange na niet opweegt tegen de voordeelen, die deze
gemeente van de wegverbetering geniet en dat de aanleg van de
ze werken alzoo voor onze rekening behoort te geschieden.
De heer Vissenberg maakt de opmerking, dat een oppervlakte
van 66 aren, dat wij de provincie zoo maar in den zak moeten
stoppen al een heel stuk is en noemt het weggeven; hij wijst
in dit verband ook op het destijds door deze vergadering geno
men besluit, v/aarbij bewoners van huizen ter plaatse grond voor
overweg moesten koopen voor 100.-.
De Voorzitter zegt, dat wij, om de menschen een vrij pad naar
de Kruisstraat te kunnen bezorgen, van van Aken hebben moeten
koopen; we zouden nu de provincie voor den aanleg van het
fietspad dankbaar moeten zijn, daar de revenuen daarvan zeker
afdoende zijn op de koopsom. De gemeente zou bovendien voor
een kostbaar onderhoud zijn komen te staan; de boomen zegt de
Voorzitter moeten blijven staan en mogen niet weg.
De heer Vissenberg zegt een afkeer van boomen langs wegen te
hebben; de wegen worden er vuiler door. Het pad ligt er alweer
en wij zijn de revenuen kwijt, zegt de heer Vissenberg en kan
zich slecht met het voorstel vereenigen.
Wat de revenuen van de boomen betreft, merkt de Voorzitter
op, moet men niet met 10, doch met 25 en meer jaren gaan reke
nen.
De heer Vissenberg verzoekt aanteekening, dat hij tegen het
voorstel is.
Hierna wordt het besluit no.395/1.811.Ill, met de stem van
den heer Vissenberg tegen, zonder hoofdelijke stemming vastge
steld.
VIII. Bij hun advies, dd. 29 Januari 1954,no.410/2.07.352.75, bie
den burgemeester en v/ethouders met voorstel dit aan te nemen
voor kennisgeving aan het door Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie goedgekeurd raadsbesluit, dd. 22 Januari 1934,no.174/
2.07.352.75, tot het aangaan van eene kasgeldleening ad
40000.- met den Staat der Nederlanden, voor het doen van ge
wone uitgaven.
Gedeputeerde Staten verzoeken burgemeester en wethouders
zoo spoedig mogelijk een raadsbesluit in tweevoud ter goedkeu
ring in te zenden tot aanvulling van bovengenoemd besluit,
waarbij, ter voldoening aan artikel 170 der gemeentewet, de mid
delen worden aangewezen, waaruit rente en aflossing zullen
worden gevonden.
Het daartoe aangeboden ontwerp-besluit no.411/2.07.352.75
wordt met algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming, vast
ge ste ld.
IX.