Spoedeischen.de openbare vergadering van den Raad.
Zaterdag 8 April 1933» des voormiddags om elf uren.
Tegenwoordig: alle leden, de Burgemeester, Voorzitter
en de Secretaris.
De Voorzitter opent de vergadering met den Christelijken
Groet.
Het lot, door den Voorzitter getrokken, wijst den heer Man-
nien aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst te stemmen.
De Voorzitter stelt aan de orde "wijziging der algemeene
politieverordening" waartoe verschillende veranderde toestan
den in de gemeente aanleiding geven en intrekking van hare
wijziging bij besluit d.d. 20 Maart 1933,No.438/V 032, nood
zakelijk maken.
Len daartoe in concept gebrachte verordening wordt na eeni-
ge bespreking, betreffende redactie, doel en strekking, met
algemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming, vastgesteld
bij het besluit No. 103/1.75, waarbij tevens wordt bepaald, de
verordening onmiddellijk te doen afkondigen.
De Voorzitter deelt mede, dat bij de controle van de gemeen
terekening 1931 de opmerking is gemaakt, dat de verordening
op de waterleidingbaatbelasting, welker ingang is bepaald
op 1 Januari 1931, over 1931 niet is toegepast en verzocht
wordt de reden op te geven waaraan dat is toe te schrijven.
Waar de Waterleiding-Maatschappij eerst in de tweede helft
van 1931 met hare werkzaamheden klaar is gekomen, zou de
Voorzitter in toepassing der verordening over 1931 eene on
billijkheid hebben gezien en stelt mitsdien voor de betrekke
lijke verordening zoodanig te wijzigen, dat zij in werking
treedt 1 Januari 1932.
De vergadering kan zich met dit voorstel vereenigen en
stelt het aangeboden ontwerp-besluit No.101/1.714.13 met al
gemeene stemmen, zonder hoofdelijke stemming, vast.
De Voorzitter deelt aan de vergadering mede heden morgen
bericht te hebben ontvangen, dat op Bosschenhoofd geen rijks
veldwachter komt, niettegenstaande vroeger gedane toezegging
door den heer Commissaris der Koningin in de provincie.
De heer Vissenberg vraagt de aandacht van Burgemeester en
Wethouders voor de Bovenstraat en wat zij b.v. denken van ver
harding; deze straat is afwisselend zand, stof en modder en
hij kent geen enkele zandweg, die zoo slecht is.
Verharding, zegt de Voorzitter, is zeker gewenscht b.v. ook
voor de Wildert en het in wording zijnd wandelpark, maar waar
we als 't ware eten uit de straatsruif, ziet ZijnSd. geen
kans aan de benoodigde gelden te komen. Volgens ZijnEd. zou
evenwel bij de werking van het streekplan op den duur wel