f
Spoedeisciiende openbare vergadering van den Raad.
Zaterdag 28 Februari 1931 des namiddags om 2 uren.
Tegenwoordig de leden: J.F.Mateus,0.Janssen,J.Monsieurs
A.Hoogeveen,0.BransA.Broos,A.Vissenberg,G.A.Huysmans,H.
Mannien,G.W.de Moor en G.Dekkers,P.J.Jansen,Burgemeester,
Voorzitter en J.A.Kouters Secretaris.
De Voorzitter opent de vergadering met den Christelijken
Groet.
Het lot,door den Voorzitter getrokken, wijst den heer Brans
aan, om bij voorkomende stemmingen het eerst te stemmen.
In verband met eene oproeping d.d. 25 Februari 1931,G.Nr.
84- van den heer Griffier der Staten van Noord-Brabantinzake
het ingestelde beroep van het R.K.Parochiaal Kerkbestuur
van den H.Joannes den Dooper alhier tegen het raadsbesluit
waarbij aangevraagde gelden worden geweigerd voor aanleg en
.betegeling van een toegangsweg ten behoeve der Byzondere
school,Dorp A.4-3 alhier,worden Burgemeester en Wethouders
met algemeene stemmen gemachtigd in deze naar beste meening
en weten te handelen
Overgaande tot de benoeming van een Hoofdstembureau voor
de aanstaande verkiezing van leden van den Gemeenteraad,
waarvan de Burgemeester ambtshalve Voorzitter is,worden
achtereenvolgens nog met algemeene stemmen benoend tot
leden:J.F.Mateus,G.Dekkers,H.Mannien en G.Janssen en tot
plaatsvervangende leden:A.Hoogeveen,G.Brans en A.Vissenberg.
Deze benoeming geschiedt voor vier jaren.
Eenparig wordt besloten Adrianus Thyslandarbeider alhier,
wanneer hij eene daartoe strekkende aanvrage indient,een
voorschot ingevolge de Landarbeiderswet te verleenen.
De Voorzitter deelt mede,dat Burgemeester en Jethouders
eene aanvrage van Petrus Verstylen alhier,om een voorschot
ingevolge de Bouwvoorschotsverordening hebben afgewezen,
waarmede men unaniem instemt.
De Voorzitter geeft voorlezing van het schrijven van
Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 18
Februari 1931,G.Nr.291,Ve Afdeeling enz. (zie verder het
Uittreksel uit het register der notulen van den Raad,voor
komende in de brochure "Hoeven's Goed Recht"hieraan vast
gehecht)
De heer Vissenberg zou gaarne zien,dat Burgemeester en
Wethouders met de Heide-Maatschappij,zoo ook met de inge
stelde Oommissie van Wegen en waterleidingen enz. in over
leg traden omtrent de in uitvoering zijnde werken aan wegen