Overeenkomstig het hier vermeld advies worden met alge-
meene stemmen,zonder hoofdelyke stemming,aangewezen als ge-r
machtigden,als bedoeld in artikel 160,derde lid,der gemeente
wet voor meergemelde openbare vergadering van de gedeputeer
de staten d. d. 27 November a.s.:
lo. Mr. Th. G.Donner, Directeur van het Adviesbureau voor
publiek recht en administratie te 's Gravenhage,Hooistraat
7 en
2o. P. J. Jansen, burgemees ter van-en te Hoeven,van welke aan-
wyzing is opgemaakt het besluit no.2270/G 091.
Onder dagteekening van 29 October 1931,no.2201/G 091 is
door burgemeester en wethouders een brochure samengesteld,
getiteld "Halderberghe",de historisch gegroeide plaatselyke
eenheid Hoeven,een streven der betrokken streek naar juri
dische erkenning (wettelyke eenheid) van hetgeen feitelyk
reeds bestaat,t.w. eener plaatselyke gemeenschap,welke zich
in de samenleving natuurlyk gevormd heeft,welke brochure aan
deze notulen is gehecht.
Na kennisneming dezer brochure besluit de raad met alge-
meene stemmen:I. het college van gedeputeerde staten te be*
richten,dat uit de overeenkomstig het bepaalde in artikel
160,2e lid,der gemeentewet overgelegde stukken hun meer dan
ooit de juistheid van Hoeven's standpunt is gebleken en te
verzoeken na de openbare vergadering,bedoeld in artikel 162,
3e lid,wel een ontwerp eener regeling als door hen voorge
staan en bedoeld in artikel 161,eerste lid,der gemeentewet
te willen opmaken en ingevolge het tweede lid van laatstge
noemd artikel,te willen zenden aan de betrokken raden,waarby
aan het vernieuwde Hoeven,ter voorkoming van mogelyke kwet
sing, den naam wordt gegeven van"Halderberghe",dien de voor
gestane agglomeratie in de eerste eeuwen reeds bezat en
II. tot verspreiding,met verzoek om steun,van de brochure.
De heer Jongeneelen bespreekt den gebrekkigen waterafvoer
in het Kruisstraatstraatje van de Kruisstraat tot aan de on
bewoonbaar verklaarde woning,naby Martien Dam.
De voorzitter zegt te zullen onderzoeken of de hagen ter
plaatse opgeruimd mogen worden om er als middel tot ver
betering een greppel te leggen.
De heer Mannien bespreekt de wenschelykheid van een
nieuwen waterloop naar het Achter 't Hof voor het water,
komende van de gronden in het Opperstraatje.
De heer van Oosterhout merkt op,dat de waterleiding van
het Retraitenhuis naar het terrein der waterleiding-maat-
schappy te ondiep is,waarin naar zyne meening behoort te
worden voorzien.
De voorzitter zegt in deze onderzoek toe.
Eenparig wordt besloten de raadsleden en de commissie
uit de ingezetenen,als bedoeld in artikel 158,1e lid,der
gemeentewet,in de gelegenheid te stellen,zulks ten koste der