Wat betreft het overleggen van cyfers door de maat schajspy I
aan den raad,meent de voorzitter te kunnen volstaan met de
mededeeling,dat alles staat onder controle van accountants,
zoodat dit z.i. niet noodig is.
Verder zegt de voorzitterdat deze maatschappyin tegen
stelling met andere maat sc happy en, nooit eenig subsidie ge
vraagd of genoten heeft en noemt: maatschappyen die regelmatig
subsidie krygen.
Ook zegt de voorzitter nog,dat onze gemeente van de tram
heeft geprofiteerd door het niet terugbetalen van het ge-
storte waarborgkapitaal by de oprichting der tram,iets wat de
gemeenten Oudenbosch,Gastel en Halsteren wel hebben gedaan
en deze geven nu toch subsidie.
De heer Vissenberg is het geheel eens met het gezegde van
den heer Brans,doch niet met den heer Mannien;er is in de Lg
vorige vergadering wel gesproken over afwachten wat andere
gemeenten zouden doen,doch er is in dezelfde vergadering een
besluit gevallen, waar by de subsidie is geweigerd. \j
Verder wyst de heer Vissenberg op de hooge winsten,die de j.
tram in 1916 en volgende jaren heeft gemaakt;er zyn volgens
hem ook nog wel andere instellingen in de gemeente,die subsi
die zouden willen en wyst in verband hiermede op de heerschen- j
de werkloosheidjhy is en blyft tegen subsidie-verleening aan
de tram.
De voorzitter geeft den heer Vissenberg toe voor wat betreft
zyne opmerking omtrent het gezegde van den heer Mannienjin de i
vorige vergadering is werkelyk het subsidie geweigerd.
Verder vestigt de voorzitter de aandacht er op,dat het met
de zuid-nederlandsche stoomtramweg maatschappy anders is ge-r
steld dan met verschillende andere maats chappy en, welke zyn op-
gericht en worden geexploiteerd met gemeentelyk kapitaal,
zoodat ze ook door de betrokken gemeenten, wanne er noodig,
moeten worden gesubsidieerdde zuid-nederlandsche stoomtram- ;e
weg maatschappy heeft tot nu toe nooit iets van het ryk ge
wild, doch nu het noodig is,vraagt zy om subsidie. tel
De heer Vissenberg meent,dat wanneer de tram mocht liqui- [li
deeren,er hier geld genoeg zit voor exploitatie der lyn.
Wethouder Mat eu s, per so only k geen belang hebbende by de tram,
zou 't een ramp voor de gemeente noemen wanneer de tram
mocht verdwynen en verzekertdat eene eventueele volksstemming i
wel 80 voor behoud der tram zou aanwyzen.
De voorzitter is van meening,dat by vferdwyning van de tram
het verkeer onmogelyk wordt gemaakt voor oude en zenuwachtige
menschen en ook weer voor anderen,die niet fietsen kunnen en
acht het zeer waarschynlyk,dat de lynen Oudenbosch-Breda-
Zundertwanneer eenmaal de tram electrisch wordtdaarvoor het
eerst in aanmerking zouden komen,do or welk laatste vooral
onze gemeente meer beteekenis zou krygen als buitengemeente.
Verder zegt de voorzitter in de onderwerpelyke aangelegen
heid een groot belang voor de gemeente te zien en vestigt er