meen en de slechte finantieele uitkomsten door de tegen woordige tydsomstandigheden. De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders gaarne zouden hooren,wat de Raad van deze aanvrage denkt. De Voorzitter merkt ten dezen aanzien nog op,dat het hier "betreft eene afdeeling van den Boerenbond,die in dergelyke gevallen helpt,doch waar te Bosschenhoofd geen Boerenbond is gevestigd,kan men daar alzoo ook niet aankloppen. De heer Vissenberg zegt,dat de Jongen Boerenstand van Bosschenhoofd onder schutse staat van den Boerenbond van Oudenbosch en zonder dat zou op Bosschenhoofd nooit een landbouwcursus zyn gekomen. De Boerenbond van Oudenbosch zorgde voor den landbouw cursus en gaf daarvoor een renteloos voorschot. Volgens den heer Vissenberg is de Boerenbond statuair ge rechtigd in dergelyke gevallen van zyn gemaakten winst 40 subsidie toe te kennen,zoodatwanneer adressant daar subsidie vraagt,het niet uitgesloten is,dat men dat krygt. De heer Vissenberg stelt voor het verzoek voor kennis geving aan te nemen,ofwel zou adressant kunnen worden mede gedeeld, dat men by den Boerenbond van Oudenbosch om subsidie zou kunnen aankloppen. De Voorzitter is het met den heer Vissenberg,wat de op richting van een landbouwcursus betreft,niet eens;de aan vrage daartoe behoeft niet bepaald van een Boerenbond uit te gaan;wanneer de Raad oprichting van een zoodanigen cursus verzoekt,kan de Minister dat toestaan. Op het verzoek,in stemming gebracht,wordt met 8 tegen 2 stemmen afwyzend beschikt. Vóór inwilliging stemmen de leden Mateus en Hoogeveen, tegenstemmen de leden Dekkers,Janssen,Monsieurs,Brans Vissenberg,Huysmans,Mannien en de Moor. Op voorstel van den Voorzitter wordt vervolgens met alge- meene stemmen,zonder hoofdelyke stemming,besloten den Jongen Boerenstand te Bosschenhoofd te adviseeren zich tot de Besturen der Boerenbonden te Oudenbosch en Hoeven,als mede tot de aldaar gevestigde Boerenleenbanken te wenden, ter bekoming respectievelyk van steun en eene bydrage uit de winst. VIII. Met eenparige stemmen en zonder hoofdelyke stemming wordt vastgesteld het besluit N0.IO86/E 025,tot het aangaan van eene ruiling van grond met de we de. A. van Ho oy donk, zonder beroep te Hoeven. By dit besluit wordt besloten,dat de gemeente Hoeven aan de wede. van Hooydohk afstaat een gedeelte van perceel C. 410 groot ongeveer 4 c.A. (0.00.04 H.A.),welke aan de ge meente Hoeven afstaat een even groot gedeelte van perceel C.407,zulks op de scheiding der beide perceelen.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1931 | | pagina 20