126
Vaststelling
vergoeding
art. 101 L.O.
Wet 1920 over
1928.
Nevens hun advies d.d. 21 Januari 02114.,
bieden Burgemeester en Wethouders concept-besluiten,
Nos.236,237 en 238/O 021 ij.,ter vaststelling aan,waarby
de wettelyk verschuldigde vergoeding ex art. 101 der
Lager Onderwyswet 1920,over 1928,aan de Besturen der a
Byzondere Scholen worden verleend.
By deze besluiten,welke met eenparige stemmen worden
genomen,wordt 1o. de onderwerpelyke vergoeding voor 3I
ieder der byzondere scholen vastgesteld op ƒ.5*10 per
leerling en het totaal bedrag op ƒ.1039*12Ü voor de
R.K.Byzondere Jongensschool,pp ƒ.1129.65 voor de R.K.
Byzondere Meisjesschool en op ƒ.856.80 voor de R.K. f
Byzondere School,wyk H.33 (Bosschenhoofd) en 2o.
bepaald,dat aan de Besturen der onderscheidene scholen
wegens te weinig genoten uitkeering respeetievelyk zal
worden bybetaald ƒ.98.88-!-,.21ij..10 en ƒ.116.28.
De heer Mateus maakt de opmerking,dat de vergoeding
niet te hoog is,waarna de Voorzitter het bewys toont, yjl
namelyk van de Meisjesschool,dat men daar met een veel
lager bedrag is toegekomen. a 1
VI.
Vaststelling
voorschot
art. 101 L.O.
Wet 1920 over
1930.
Conform het advies van Burgemeester en Wethouders
d.d. 21 Januari 1930,N§.239/0 021 ip,worden met eenparige
stemmen genomen de besluiten Nos2I4.02lj-12lj.2/0 0211}.,
tot vaststelling van het voorschot volgens art. 101 der
Lager Onderwyswet 1920 over het jaar 1930»voor 3-e by
zondere lagere scholen in deze gemeente en wordt 1o.
het bedrag daarvan vastgesteld voor de Byzondere
Jongensschool op ƒ.928.20,voor de Byzondere Meisjes
school op ƒ.1011.81}. en voor de R.K.Byzondere School te
Bosschenhoofd op ƒ.709.92 en 2o bepaald,dat de uitbe
taling van het voorschot zal geschieden ten kantore
van den Gemeente-Ontvanger in één termyn voor of op
31 October 1930.
Verordening
heffing
schoolgeld.
VII. Met eenparige stemmen wordt vastgesteld eene nieuwe
verordening op de heffing van schoolgeld voor het ge
woon lager onderwys aan de byzondere scholen in deze
gemeente by het besluit N2.271/B 028,aangeboden door
Burgemeester en Wethouders by hun advies d.d. 16 Janu
ari 1930,N2.187/B 028.
Deze,door de Belastingcommissie,ontworpen verorde
ning,bevat geen kinderaftrek,maar een degressie,in
iedere klas zoodanig geregeld,dat by het 6e kind uit
een gezin het minimum tarief van 5 cent per week be
taald moet worden.
VIII. By hun advies d.d. 28 November 1929,Nê.l757/W 05I
den Raad overleggende een adres,uitgaande der R.K.
Werkliedenvereeniging te Bosschenhoofd en die te Hoeven