/n - der kas van genoemde Vereeniging en stellen daarby voor,onder verwyzing naar de begrooting 1951 en de daarby behoorende Memorie van Toelichting,afwyzend op het verzoekschrift te beschikken. De heer Vissenberg maakt de opmerking,dat op de agenda voor deze vergadering meerdere aanvragen voor subsidie en dan ook als zoodanig aangeduid,voorkomen, terwyl het onderwerpelyk verzoek niet als zoodanig wordt vermeld;hy deelt verder mede,dat "Bosschenhoofd Vooruit" aan het reorganiseeren is en de kas reeds een tekort van ƒ.175.- aanwyst. De Voorzitter wyst er op,dat in de aanvrage toch duidelyk subsidie staat en zegt,dat Burgemeester en Wethouders van meening zyn,dat voor subsidie iets be hoort te worden gegeven;bevorderen van eene bydrage p in eventueel tekort aan kasgelden kunnen Burgemeester s. en Wethouders niet doen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen. XVII. Burgemeester en Wethouders bieden met hun advies d.d. 29 Juli 1950,NS.1581/K 055,den Raad aan den ge loofsbrief van Godefridus Wilhelmus de Moor,by besluit 7 d.d. 1i|. Juli 1950 van den Voorzitter van het Centraal Stembureau,bedoeld in artikel 18a der Gemeentewet, benoemd als lid van den Raad dezer gemeente in de plaats van Johannes Vermunt,die d.d. 2 Juli 1950 overleden. Nadat de geloofsbrief van Godefridus Wilhelmus de Moor voornoemd door eene Commissie uit den Raad daar toe door den Voorzitter benoemd,is in orde bevonden en door den Raad is goedgekeurd,adviseeren Burgemees ter en Wethouders den benoemde als lid van den Raad dezer gemeente toe te laten. Voor evenvermeld onderzoek benoemt de Voorzitter eene Commissie,bestaande uit de heeren Brans,Broos en Vissenberg en schorst voor den duur van dat onder zoek de vergadering. Na opheffing van de schorsing der vergadering wordt nadat de Commissie van onderzoek heeft medegedeeld,dat de geloofsbrief van de Moor in orde is,op voorstel van den Voorzitter met algemeene stemmen tot diens toelating als lid van den Raad dezer gemeente besloten Ieder lid van den Raad hoofdelyk en ook de Voor zitter verklaren van dit besluit niet by Gedeputeerde Staten in beroep te zullen gaan. Hierna legt de heer Godefridus Wilhelmus de Moor de by de Wet voorgeschreven eeden af,teekent de presentie- lyst en neemt zitting.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1930 | | pagina 43